De Arabische schrijver Sayed Kashua bewerkte zijn eigen, semi-autobiografische roman tot een scenario dat werd verfilmd door de Israëlische regisseur Eran Riklis (Cup Final, Lemon Tree). Het heeft een bitterzoet drama opgeleverd, met een komische ondertoon en een scherp randje, over vriendschap en liefde tegen het decor van het Israëlisch-Palestijnse conflict.

Een actueel drama bovendien, aangezien de première van Dancing Arabs (ook bekend als A Borrowed Identity) tijdens het Jerusalem Film Festival werd geannuleerd door nieuwe gevechten tussen de bevolkingsgroepen.
 
De jonge Arabische Eyad is een pientere en koppige knaap die begin jaren tachtig met zijn familie opgroeit in Tira, tussen de politieke en militaire chaos. Op zeker moment wordt hij toegelaten op een prestigieuze Joodse school in Jeruzalem , waar hij opeens een vreemde eend in de bijt is. Hij kan net als veel andere Arabieren de letter 'p' niet uitspreken – die ontbreekt in het Arabische alfabet – en weet zich geen raad met mes en vork.

Een kleine sprong in de tijd en Eyad (Tawfeek Barhom) is geacclimatiseerd. Hij doet lekker mee in de klas, is bevriend geraakt met de aan spierdystrofie lijdende Yonatan (Michael Moshonov), bestiert een goedlopend handeltje in humus en vergeet soms helemaal dat hij een Arabier is in een Joodse omgeving. Maar zoals zijn vriend Yonatan al opmerkt, er is altijd wel iemand die hem eraan zal herinneren.

Het Israëlisch-Palestijnse conflict sijpelt het drama binnen als Eyad verliefd wordt op de Joodse Naomi (Danielle Kitzis) en hun relatie – vooral voor ouders en andere volwassenen – moeilijk te verteren blijkt. Regisseur Riklis speelt daarbij met positieve en negatieve vooroordelen die de kanten ten opzichte van elkaar hebben, zonder de ene beter naar voren te laten komen dan de andere. De worsteling van Eyad met zijn identiteit is een bron van hartverscheurende en komische momenten.
 
De relaties die Eyad aangaat lijken op het eerste gezicht wat makkelijk scoren (een onmogelijke liefde, een vriendschap met een gehandicapte jongen), maar ze zijn zo kundig en liefdevol uitgediept dat het nergens wringt. De jonge liefde straalt, dankzij de chemie van de acteurs en de juiste benadering van de regisseur. Riklis brengt zijn eigen versie van Romeo en Julia luchtig maar oprecht, met precies genoeg van de harde realiteit om er uiteindelijk een raak en ontroerend drama van te maken. Dat er door het sublieme camerawerk van Michael Wiesweg en de Midden- Oostelijke decors ook nog eens aantrekkelijk uitziet.