Op de aftiteling van Drift, het speelfilmdebuut van de Gentse regisseur Benny Vandendriessche, staan 23 Roemeense zwerfhonden vermeld. Met door de crew bedachte namen, van Black Coffee tot Café au Lait, van Casanova tot Hyena, van Picky tot Snorky.

Een kaal landschap, een verloren ziel en een kluitje aan- en afhakende zwerfhonden zijn dan ook de belangrijkste acteurs in een treurlied dat met weinig woorden wordt verteld.

Centrale figuur is een naamloze man, gespeeld door performancekunstenaar Dirk Hendrikx, die zich na het verlies van zijn dodelijk zieke lief (Lieve Meeussen) lijkt te verliezen in een weerbarstig landschap. Hij verplaatst stenen. Balanceert, bungelt. Huilt op de bodem van een zwembad. Flashbacks leiden terug naar zijn laatste dagen met haar in een hotel in een niet nader genoemd, winters buitenland.

Als een hond zonder kop dwaalt de ‘drifter’ door ruïnes in een niemandsland tussen beschaving en natuur. Onbeholpen en hardnekkig voortgestuwd door een lichaam dat een eigen wil lijkt te hebben. Soms voert hij juist bedachtzame rituelen uit. Drift is een sterk fysieke film, gebaseerd op het werk van Hendrikx, die verwantschap vertoont met dansfilms.

IJle soundscapes doen een beroep op de kijker om de film eerder gevoels- dan begripsmatig te ondergaan. De   intuïtieve inslag van de film uit zich ook in de camera, die zich soms even zoekend door de ruimte beweegt als de drifter zelf. Veel van de scènes kwamen ter plekke improviserend tot stand.

Dat heeft een gedurfd, onconventioneel speelfilmdebuut opgeleverd. Soms doet dat irritant pretentieus aan, als de plank wordt misgeslagen met een te instrumentele verbeelding van gemis, zoals wanneer de man zichzelf aan zijn voeten opknoopt aan een balk in een oude schoorsteenpijp. Daar staan weer momenten tegenover van een adembenemend simpele schoonheid, zoals twee armen in een spiegel die tot hetzelfde lichaam blijken te behoren of wanneer de kop van de man in de grond steekt alsof hij als een superman uit de lucht is gestort.

Hoe dan ook is het even wennen aan de theatrale vorm en de contemplatieve ruimte die aan de kijker is om te vullen. Toch weet Drift de geduldige kijker voor zich te winnen met een ontwapenend poëtische ode aan de liefde, uitmondend in een prachtige voorbije dans.