Het is flauw om elk misdaaddrama dat zich afspeelt in de sneeuw te vergelijken met Fargo, en elke film waarin gangsters komische onzingesprekjes voeren met Pulp Fiction, maar de inspiratiebronnen van deze Noorse wraakvertelling liggen er wel erg dik bovenop.

Stellan Skarsgård, met wie regisseur Hans Petter Moland eerder onder meer de sfeervolle thriller Zero Kelvin maakte, speelt Nils, chauffeur van een sneeuwruimer in het Noorse dorp Beitostølen. In een van de eerste scènes wordt hij uitgeroepen tot dorpeling van het jaar, wat meer met zijn trouwe dienst te maken zal hebben (sneeuw is er in Beitostølen in overvloed) dan met zijn karakter. Al te sociaal komt Nils niet over.

De plot komt vrij abrupt op gang, wanneer Nils' volwassen zoon per ongeluk betrokken raakt bij een drugsdeal en wordt vermoord door een stel gangsters. De politie spreekt van een ongeluk, maar Nils gelooft er niks van en gaat zelf op onderzoek uit. In een vloek en een zucht ontpopt hij zich tot stoïcijnse wraakengel.

Om te verklappen dat er in de loop van de film heel wat doden vallen kan moeilijk een spoiler worden genoemd, met een titel als In Order of Disappearance. Als de tien kleine negertjes van Agatha Christie worden de personages uit het verhaal geschreven – letterlijk: om de zoveel minuten verschijnt een nieuwe naam in beeld.

Die gimmick illustreert de zwart-humoristische aanpak van de makers: In Order of Disappearance is een onvervalste klucht, zij het een flink macabere, waarin het bloed even rijkelijk vloeit als er sneeuw uit de hemel valt .

Is dat leuk? Tja, de mix van geweld en zwarte humor, zoals Tarantino en de Coens die meermaals hebben opgediend, is anno 2014 niet heel fris meer te noemen. In Order of Disappearance doet dan ook een tikje belegen aan. Anderzijds verveelt de film geen moment. De cinematografie is prachtig, de acteurs zetten hun licht karikaturale personages bezield neer (vooral Bruno Ganz is leuk als Servische godfather Papa) en de dialogen zijn af en toe spitsvondig .

Op z'n best is de film op verstilde momenten die niet direct met de plot te maken hebben. Skarsgård op de sneeuwruimer, Ganz die peinzend voor zich uit staart in een skiresort. Je vraagt je op die momenten af wat voor film Moland had kunnen maken als hij minder voor humor was gegaan en meer voor melancholie. Een minder amusante film misschien, maar wel een die geheid veel langer zou blijven hangen.