Het is een mysterie dat de Fransen al sinds 1977 bezighoudt: de verdwijning van Agnès Le Roux, erfgename van het Palais de la Méditerranée-casino in Nice. Veteraan André Téchiné (71) besloot het drama te verfilmen, nog voordat het laatste hoger beroep in de zaak was afgerond.

Gek is het dan ook niet dat L'homme qu'on aimait trop — 'De man die teveel bemind werd' — een film zonder antwoorden is geworden. Wel opmerkelijk is het gebrek aan spanning. Téchiné filmt de dramatische ontwikkelingen haast zo sec mogelijk, terwijl hij stapvoets het web van intriges onthult.

Op papier is het een verhaal om van te smullen: de rijkeluisdochter die omwille van een erfenis het familiecasino in handen van een louche Italiaan laat vallen. Een verraad dat haar bovendien wordt ingefluisterd door een schimmige advocaat. Maar Téchiné weigert pertinent de zaak zo zwart-wit te schetsen. Zelfs de maffiose nieuwe eigenaar van het casino portretteert hij als een gezellige familieman.

Het drama ontvouwt zich vanaf 1976, als Agnès na haar scheiding terugkeert naar de Franse Riviera, waar haar moeder – gespeeld door Catherine Deneuve, in alweer haar zevende samenwerking met Téchiné – de dagelijkse leiding van het casino in handen probeert te krijgen. Agnès valt ondertussen als een blok voor haar moeders advocaat Maurice ( Guillaume Canet): een getrouwde man die er meerdere minnaressen op nahoudt. Het gevolg is een onbeantwoorde amour fou die haar uiteindelijk in een diepe depressie doet belanden.

Adèle Haenel ( Naissance des pieuvres) speelt Agnès met een bleue charme en kwetsbaarheid, en een blik die verlorenheid uitschreeuwt. Maar absolute ster van de film is Canet, die charme en onbetrouwbaarheid moeiteloos in één gezichtsuitdrukking weet te combineren. Ook al stralen zijn ogen, zijn glimlach verraadt iets anders .

In feite houdt Canet de film in zijn eentje staande, want op Maurice na weet Téchiné maar weinig leven in zijn personages te blazen. Slechts spaarzaam zoekt hij de lyriek op, terwijl het juist die momenten zijn die de mooiste scènes opleveren. Zoals wanneer Deneuve langs de zonovergoten kust rijdt en al haar zorgen wegzingt, meeblèrend met de radio.

Uiteindelijk is L'homme qu'on aimait trop dan ook niets meer dan een oerdegelijke interpretatie van de feiten.