Pierce Brosnan trekt zijn spionagekloffie weer aan en raakt samen met voormalig Bond-girl Olga Kurylenko (Quantum of Solace) verstrikt in een web van internationale intriges. Regisseur Roger Donaldson (The Recruit, No Way Out) zal het vast niet deren dat er zo'n zweem van 007 om zijn film hangt. Toch maken de associaties met de Britse geheim agent, en zijn jongere collega Jason Bourne, vooral duidelijk wat er allemaal mis is met deze actiethriller.

Brosnan speelt Peter Devereaux, een personage gebaseerd op de held uit een serie boeken van Bill Granger. Devereaux is een CIA-agent die zich na een tragedie terugtrekt in Zwitserland om vervolgens weer uit zijn pensioen getrokken te worden voor een laatste klus. Zijn voormalige geliefde blijkt belangrijke informatie te hebben over een Russische presidentskandidaat en moet beschermd worden. Telt u de clichés mee? Er komen er meer. Want de operatie mislukt doordat de CIA ingrijpt, waarbij Devereaux' ex om het leven komt. Niemand minder dan zijn voormalige protegé David Mason (Luke Bracey) blijkt verantwoordelijk.

Wat volgt is een aaneenschakeling van rennen, schieten, vechten en voorspelbare plotwendingen. Als er al een interessant thema wordt aangesneden, bijvoorbeeld over de (on)menselijkheid van Devereaux, dan wordt dat snel weggevaagd door luide en lege actie. Die actie wordt kundig gebracht, maar niet met het soort vaart en spanning dat in staat is plotgaten te verhullen, zoals in de Bourne-films. Het kat-en-muisspel tussen Devereaux en Mason komt ook al niet van de grond. De jongeling is getraind door de meester, dus bijna net zo dodelijk, en is voorzien van een rits 'jij bent oud'-grapjes. Het ontbreekt de twee echter aan voldoende chemie om hun strijd boeiend of grappig te maken.

Brosnan heeft nog steeds de charme en uitstraling van een superspion, maar zijn personage blijft te simpel. Of misschien juist te complex, want de mix van Devereaux' karaktereigenschappen (eervol, sociopatisch, gemeen, professioneel) vormt samen nooit een geloofwaardig personage. Hij gedraagt zich inconsistent, net als de mensen om hem heen, die het ene moment hopeloos inadequaat zijn, om vervolgens juist weer heel slim voor de dag te komen als dat handiger uitkomt voor het verhaal.

Bond en Bourne hebben de laatste jaren de lat voor de spionage-thriller steeds hoger gelegd en The November Man schiet op alle fronten tekort om ook maar in de buurt te komen van zijn soortgenoten.