O, ironie. De jonge, ambitieuze Judith, nog maar kort werkzaam bij het Openbaar Ministerie, heeft hard haar best gedaan een verpleegster die wordt verdacht van meerdere moorden achter slot en grendel te krijgen. De zaak is succesvol afgerond, Judith heeft haar schouderklopjes ontvangen, en uitgerekend dan begint ze te twijfelen: is Lucia de B. misschien toch onschuldig? En zou Judith een rol kunnen spelen in haar vrijlating?

Judith, in de film Lucia de B. gespeeld door Sallie Harmsen, is een verzonnen personage. Een van de weinigen in de verder tamelijk waarheidsgetrouwe reconstructie van de beroemde rechtszaak tegen ‘ engel des doods’ Lucia de Berk. Wie wel eens een krant openslaat, zal de geschiedenis globaal kennen: de verpleegster werd tot levenslang veroordeeld voor een reeks vermeende moorden en moordpogingen, zat ruim zes jaar gevangen en werd ten slotte alsnog vrijgesproken.

Verpleeghuisarts Metta de Noo heeft in de media laten weten ongelukkig te zijn met ‘Judith’. Samen met haar broer Ton Derksen heeft zij zich jarenlang ingezet om Lucia de Berk vrij te krijgen, maar in de film komt het tweetal niet voor. De Noo zegt het wrang te vinden dat juist een OM-medewerker nu als held wordt opgevoerd.

Een producent van de film zegt de kritiek te begrijpen, maar legt uit dat het echte verhaal te ingewikkeld was voor een film van honderd minuten. Judith zou een samenvatting zijn van diverse bestaande betrokkenen. De Noo en Derksen worden in de aftiteling geëerd.

Een terechte keuze van de filmmakers? Moeilijk te zeggen. Het is begrijpelijk dat ze de ingewikkelde zaak wat eenvoudiger wilden maken, en ook dat ze het OM een gezicht wilden geven. Evengoed wordt het personage nooit veel meer dan een wandelende scenarioconstructie.

Gelukkig draait de film uiteindelijk niet om Judith, maar om Lucia zelf. En die wordt subliem gespeeld door Ariane Schluter: levensecht, menselijk en toch een beetje ambigu. Wat ook nodig is, om aannemelijk te maken dat hele volksstammen een keiharde killer in haar zagen.

Regisseur Paula van der Oest treft de juiste toon: helder, niet te melodramatisch. Verder mag de geschiedenis het werk doen: de feiten blijven onthutsend. Daar doet die ene matige aanpassing gelukkig weinig aan af.