De romantische komedie kent eigenlijk maar één simpel vereiste: een centraal liefdespaar met chemie, waarvan je hoopt dat ze aan het slot samen zullen komen. In Toscaanse bruiloft – het Nederlandse antwoord op Four Weddings and a Funeral – ontbreekt het daar echter al aan.

Net als de vorige film van regisseur Johan Nijenhuis – Verliefd op Ibiza, de best bezochte Nederlandse film van 2013 – is Toscaanse bruiloft een ensemblefilm, vol dwaze bijfiguren die elk over hun eigen verhaallijntje beschikken. 

Maar uiteindelijk draait het toch vooral om weddingplanner Sanne ( Sophie van Oers) en scheidingsadvocaat Jeroen ( Jan Kooijman). Ze ontmoeten elkaar in de openingsscène, als Jeroen met zijn flitsende bolide Sophie aanrijdt en zij hem in het Italiaans de huid vol scheldt . Oftewel: volgens de filmwetten zijn ze voor elkaar gemaakt. 

Niets hebben de twee echter met elkaar gemeen. Zij is de hopeloze romanticus die de ware maar niet weet te vinden, hij de arrogante womanizer die het huwelijk omschrijft als een instituut 'waarin de eigen mening van de man verdwijnt in de modder van monogamie'. En toch dwingt de film ze in elkaars armen te eindigen .  

Ze ontmoetten elkaar een tweede keer tijdens de door Sanne georganiseerde bruiloft van Jeroens beste vriend, in een prachtig Toscaans landhuis. Een bruiloft die natuurlijk compleet uit de hand loopt, inclusief dronken schoonmoeders, ontploffende poedels en een fotoshoot met in lingerie poserende hockeymeisjes. 

Van romantiek is geen sprake, of je moet het zoeken in de scène waarin Sanne een gewonde Jeroen verzorgt, die wel heel toevallig precies een schrammetje op zijn welgevormde borstspieren heeft. Ronduit bespottelijk is het moment dat als romantisch hoogtepunt zou moeten gelden, wanneer de twee tegenpolen eindelijk naar elkaar toegetrokken worden. De door brandblussers gecreëerde mist die voor een idyllische sfeer moet zorgen, werkt vooral op de lachspieren. 

En dat is gelijk ook de enige keer , hoewel onbedoeld, dat er iets te lachen valt. Een vrij karige score, voor wat toch echt een komedie moet zijn. Kleine lichtpuntjes zijn er wel, zoals Simone Kleinsma en Ernst Daniël Smit als het operazingende koppel dat het luxueuze landhuis als trouwlocatie bestiert. En de relatief onbekende Sophie van Oers (Voetbalvrouwen) is een charmante verschijning in haar eerste grote filmrol.  

Maar dat alles wordt dan weer overstemd door de oorverdovende en bizarre soundtrack, die gedomineerd wordt door componist André Rieu, die ondanks het luchtige thema het einde der tijden lijkt te willen aankondigen. En dan zijn er her en der ook nog zoete Italiaanse popliedjes en dance- en rockmuziek te horen. 

Toch zal dit alles een nieuwe Gouden Film-trofee allicht niet in de weg staan.