Het moet voor Liam Neeson nog steeds een vreemde gewaarwording zijn: na illustere rollen te hebben gespeeld in onder meer Schindler's List en Kinsey groeide hij na zijn vijftigste verjaardag plots uit tot een van de voornaamste actiehelden van het witte doek (Taken, The A-Team, The Grey). Maar het is een status die hij met zichtbaar plezier draagt, zo ook in Non-Stop.

Als air marshall Bill speelt hij wederom een man die niets te verliezen heeft , zo blijkt gelijk uit het openingsshot. Zittend in zijn auto giet hij, met zijn tandenborstel als roerstaaf, de nodige whisky door zijn ochtendkoffie. Oftewel : Bill leeft van dag tot dag, heeft niemand meer die om hem geeft, en dus moet hij wel tot held van de film uitgroeien. Dat gebeurt dan ook, wanneer een mysterieuze terrorist precies zijn vliegtuig kaapt, zodat hij eindelijk de kans krijgt al zijn fouten uit het verleden goed te maken. 

Helemaal toevallig is dat overigens niet: de onbekende psychopaat blijkt al snel doelbewust Bill's vlucht naar Londen uitgekozen te hebben om speciaal met hem een ziekelijk spelletje te spelen. Zijn eis, die hij via sms kenbaar maakt, is simpel: 150 miljoen dollar, of anders wordt er elke twintig minuten iemand vermoord. 

Het is het type script waar filmproducenten van smullen : een zenuwslopende whodunit in een afgesloten ruimte, met een chagrijnige en getroebleerde held in de hoofdrol. We zagen het dan ook al vaker, het gecompliceerde kat-en-muisspel tussen 'de terrorist' en 'onze held', waarbij de logica meestal niet als winnaar uit de strijd komt. Stompzinnige plotgaten en een teleurstellend einde zijn vaak het eindresultaat. 

De oplossing blijkt in Non-Stop echter heel eenvoudig: geef de kijker geen moment de tijd om na te denken. Bill rent van hot naar her, enkel pauze nemend voor een kort sigaretje op het toilet, en heeft telkens weer een nieuwe verdachte op het oog. Het scenario, van debutanten Christopher Roach en John W. Richardson, is slim en sluw genoeg om de kijker voortdurend in die nieuwe verdachtmakingen mee te trekken. En als op zeker moment toch de logica begint te wringen, wordt het gaspedaal nog eens extra ingedrukt en stuitert de film in sneltreinvaart naar de explosieve finale toe. Aan de titel is in ieder geval geen woord gelogen. 

Dat het einde dan toch wel teleurstelt is eigenlijk onvermijdelijk: de film wil net wat te graag heel ingenieus en intelligent zijn. En dat 9/11 er nog met de haren wordt bijgesleept helpt ook niet echt. Maar vermaken doet Non-Stop zonder meer, en Neeson blijft met zijn gegrom en cynische blik een ideale popcornheld.