Hoe oogt een bruid die decennia geleden door haar aanstaande in de steek werd gelaten voor het altaar? Als een wandelend spinnenweb: half blind, geen daglicht meer verdragend, verstervend in haar groezelige bruidsjurk: spin en web tegelijk. Ziedaar de excentrieke Miss Havisham (een getypecaste Helena Bonham Carter), die het zwarte hart vormt van deze verfilming van Charles Dickens' klassieke roman Great Expectations.

De tweede spin in het verhaal is Abel Magwitch (een vervaarlijke Ralph Fiennes), een ontsnapte misdadiger die zijn fortuin vond in Australië . Beiden zijn belangrijke bijfiguren in het coming-of-age-verhaal van Pip – gespeeld door J eremy Irvine, de paardenjongen uit Spielbergs War Horse – en zijn 'love interest' Estella – vertolkt door Holliday Grainger, die eerder bijrolletjes had in Jane Eyre en Anna Karenina .

Magwitch is de geheime weldoener van Pip, een smidsjongen die de kans krijgt een bestaan als jongeheer in de stad op te bouwen. 'Ik heb je gemaakt,' zegt Magwitch op een goede dag tegen Pip, zoals de kille Estella tegen haar geestelijke moeder Miss Havisham zegt dat zij is geworden wat er van haar is gemaakt. Die 'onthullingen' ziet zelfs de meest naïeve kijker echter al mijlenver aankomen.

Zowel Pip als Estella zijn niet meer dan vliegen in deze onder voorspelbare plotwendingen bezwijkende verfilming van Dickens' rijke klassieker, die zo zwaar inzet op het web van onderlinge relaties, dat er geen ruimte overblijft voor diepgang of karakterontwikkeling. Hebzucht en rijkdom, goed en kwaad blijven abstracte grootheden die de in romantische verlangens zwelgende Pip nauwelijks affecteren.

Zo blijft Pip een karakterloze bleekneus en Estella een onuitstaanbaar wicht in de regie van de Brit Mike Newell, die eerder Four Weddings and a Funeral en Harry Potter and the Goblet of Fire op zijn conto schreef. Het camerawerk is klassiek en dienstbaar, op het saaie af.

Great Expectations had – in navolging van het geschreven meesterwerk – een scherpe zedenschets kunnen zijn die ook vandaag de dag nog iets zinnigs zegt over hoe sociale status en persoonlijk geluk zich tot elkaar verhouden. In deze vorm is het echter een onevenwichtige film met aan de basis een oppervlakkige romantische soap, omgeven door een bonte stoet burleske bijfiguren. Met Newell als de te licht bevonden spin die zich geen raad wist met Dickens' verfijnde web. Dat blijkt alleen al uit de onbarmhartige, in slapstick uitmondende sterfscène van Miss Havisham, die als een Duracell-konijntje in haar laatste woorden blijft hangen, verstoken van elke tragiek.