Ongedwongen en op het rommelige af, maar met een flair die alleen Franse films lijken te hebben, laat Cherchez Hortense een groep volwassenen zien waarvan niemand z'n emotionele leven op orde heeft.

Kristin Scott Thomas is een overspelige theaterregisseur, haar man kan nog steeds niet tegen zijn vader op, en zijn vrienden zoeken toevlucht bij het schaakbord in het café.

Ondanks zijn ervaring als scenarioschrijver bij André Téchiné, die de kunst van het losjes aan elkaar breien van plotlijntjes de afgelopen jaren perfectioneerde met Les témoins en Impardonnables, lukt het Pascal Bonitzer hier niet om Cherchez Hortense zo'n zelfde gevoel van samenhang te geven.

Waarheen, waarvoor, vraag je je soms af, al is het ontbreken van richtingsgevoel nauwelijks een bezwaar. Want acteurs Scott Thomas, als licht neurotische theaterregisseur die haar kleren niet aan kan houden, en Jean-Pierre Bacri, als haar echtgenoot die altijd achter de feiten aanloopt , missen zelf ook regie in hun leven. Het is hun puberende zoon die eigenlijk het geweten in huis is. Wat dat betreft past de vorm goed bij de inhoud van dit lichtzinnige Franse drama, waarvan de camera dan weer Iva (Scott Thomas) volgt en dan weer met Damien (Bacri) meeloopt.

Tussen alle huwelijksperikelen door probeert Damien van zijn bejaarde vader – die na een huwelijk van een paar decennia net uit de kast is gekomen – juridische hulp te krijgen bij de toelating van een Kroatische vluchtelinge, maar de oude topambtenaar heeft in het sushirestaurant meer aandacht voor de jonge Japanse ober dan voor zijn zoon. In die sfeer van kleine teleurstellingen en een chronisch gebrek aan doortastendheid probeert een van Damiens schaakvrienden er een einde aan te maken, maar dat lukt natuurlijk niet.

Cherchez Hortense lijkt dankzij de personages die in steeds wisselende decors opdraven en met een punchline weer van het toneel verdwijnen op een theater van de lach, maar dan zonder de klucht en het dijenkletsen en mét die prachtige krakende appartementen waar ze in Parijs patent op hebben. Bonitzer gebruikt niet plot maar sfeer om een generatie vijftigers te schetsen die doelloos maar frivool en op routine door het leven fietst. Liefhebbers van de strapatsen van de Franse culturele elite zullen zich prima vermaken.