Hoewel de filmrechten direct werden verkocht, duurde het even voor Max Brooks' apocalyptische horrorroman World War Z uit 2006 daadwerkelijk zijn weg naar de bioscopen vond.

Er werd een script geschreven en in de prullenbak gegooid, er kwam een nieuw einde en de productie en release werden uitgesteld. Uiteindelijk lijken de avonturen van Brad Pitt als onderkoelde held die de wereld moet redden nog weinig op het bronmateriaal, maar de kruising tussen een over the top blockbuster en een zombiefilm is evengoed best aardig.
 
Regisseur Marc Forster ( Quantum of Solace) heeft niet lang nodig om naar turboversnelling te schakelen. Terwijl Gerry Lane (Brad Pitt) met zijn vrouw Karin ( Mireille Enos) en dochtertjes door de straten van Philidelphia rijdt, breekt er een virus uit waarbij mensen binnen luttele seconden veranderen in hondsdolle zombies. Een snelle montage, schuddende camera's en een paar nipte ontsnappingen veroorzaken een chaos die je als kijker direct het gevoel geven dat iedereen gevaar loopt. Je zit vastgenageld in je stoel terwijl de evenementen in moordend tempo voorbij schieten.
 
Vooral in het eerste deel van de film is een mooie balans gevonden tussen pandemiepaniek en klein menselijk drama. Gerry blijkt een voormalig probleemoplosser van de Verenigde Naties en moet zijn diensten inzetten om voor zijn gezin een veilig plekje aan boord van een vliegdekschip te kunnen verdienen. Samen met een viroloog en een team getrainde supersoldaten vliegt hij op zoek naar de bron van alle ellende van Amerika naar Zuid-Korea en van Israël naar Wales.
 
Die reis om de wereld geeft de film een grootsheid in schaal die wordt versterkt door het indrukwekkende spektakel. Ingenieuze choreografieën van acteurs, figuranten, special effects en camerawerk – waarbij op elke vierkante centimeter van het scherm van alles gebeurt – worden afgewisseld met levensecht ogende vliegtuigcrashes en griezelige scènes in de regen.

Als Gerry richting het einde van de film echter aankomt bij een onderzoekslaboratorium in Cardiff, bedaart de actie en blijft er opeens wel erg weinig over. De personages tonen wel emotie, maar missen diepgang. De onwillige Gerry ontpopt zich in alle commotie bovendien wel erg makkelijk tot scherpe, daadkrachtige held. Eentje die het voor elkaar krijgt om zonder al te veel hout snijdende argumenten anderen te bewegen hun levens te riskeren.

De finale leunt vervolgens sterk op een matig uitgewerkte suspense, wat na al het voorafgaande geweld aanvoelt als een enorme anticlimax.