Als een kikker tussen een zwerm zwanen, log en bonkig, met pukkels op haar nek, rug en billen. Zo beschreef Stephen King zijn illustere antiheldin Carrie in zijn gelijknamige debuutroman.

In Brian De Palma's klassiek geworden verfilming uit 1976 was Carrie – vertolkt door onconventionele schoonheid Sissy Spacek – al bepaald geen pukkelige pad. Wel een getormenteerde ziel. Maar de 'nieuwe' Carrie – in de remake vertolkt door Chloë Grace Moretz, ofwel Hit-Girl uit Kick Ass – komt met haar hartvormige gezicht en voluptueuze lippen niet eens in de buurt van een lelijk eendje. Eerder een volbloed scream queen vermomd als angstig zwaantje.

Dat is geen toeval: de nieuwe Carrie – de knullige sequel The Rage uit 1999 mag snel worden vergeten – mikt op een modern, jeugdig horrorpubliek en leunt dan ook zwaarder op genre-effecten. Verrassend genoeg hoeft de remake daarmee niet meteen te worden afgeschreven als verpulpte versie van het origineel. Dat is te danken aan de intelligente regie van Kimberly Peirce, die in 1999 debuteerde met het verpletterende Boys Don't Cry, over een meisje dat zich voor een jongen uitgeeft. Peirce droeg voor de Carrie-remake meer psychologische bagage aan voor vrijwel alle personages, een grimmiger ondertoon, en meer functioneel bloed.

Want wat was ook alweer het verhaal? Bij haar eerste menstruatie wordt de telekinetisch begaafde Carrie White op school publiekelijk vernederd. Een van de daders is de knappe, populaire Sue Snell, die uit schuldgevoel haar al even knappe, populaire vriendje Tommy Ross overhaalt Carrie mee te vragen naar het eindejaarsbal. Sue's vriendin Chris, die in de nasleep van het Carrie-incident van het bal wordt geweerd, zint echter op wraak. Carrie, op haar beurt, evolueert van lelijk eendje naar zwaan, en ten slotte naar met varkensbloed besmeurde wraakengel.

Als schrandere studie naar goed en kwaad, huichelarij en geschaad vertrouwen staat Carrie nog altijd als een huis. Een verschil met de versie uit 1976, is dat de vernedering nu ook viral gaat, waarmee deze Carrie ook kan worden gerubriceerd als antipestfilm met actuele urgentie. Daarnaast is De Palma's lustvolle mannenblik door Peirce verruild voor een meer diepgravende moeder-dochterrelatie.

Opvallendste toevoeging is de openingsscène, die ook in Kings boek aan de orde komt. Een baarscène, die Carrie's moeder ( Julianne Moore) vanaf de start een prominentere rol geeft als gestoorde opvoedster met ernstige Jekyll en Hide-issues, naast haar vertrouwde status als godsdienstfanatica. Tegenover haar krijgt Carrie's zelfbewustzijn en strijdbaarheid de kans om te groeien. Naarmate Carrie haar telekinetische gave ontwikkelt, verkoopt ze vaker en krachtiger nee.

Ondanks de grimmige grondtoon is er ook nog ruimte gevonden voor knipogen naar horrorklassiekers als The Shining en The Exorcist, en ietwat campy teksten als 'Go to your closet and pray!' Geen instant klassieker, deze remake, wel een verdienstelijke hervertelling.