Regisseur Ben Wheatley slaat deze week een dubbelslag met twee inventieve films en maakt duidelijk dat hij één van de spannendste regisseurs van dit moment is. Kill List, zijn opvolger van Down Terrace, draaide vorig jaar al tijdens het IFFR, dit jaar is in Rotterdam zijn meest recente titel Sightseers te zien, en beide komen deze week tegelijk uit in de bioscoop.

Wheatleys kracht ligt in zijn originaliteit en onvoorspelbaarheid. In Kill List mixt hij horror, thriller en drama met misselijkmakend expliciet geweld en een vleugje komedie tot een resultaat dat alleen maar Brits kan zijn. Kill List begint als een uitstekend geacteerd ‘kitchen sink drama’, met een nare echtelijke ruzie die culmineert in een tergend etentje met vrienden. De spanning tussen Jay ( Neil Maskell) en zijn vrouw Shel ( MyAnna Buring) sluimert door, tot het moment dat de film plotseling verandert in een thriller.

Jay blijkt een huurmoordenaar en gaat, na een lange afwezigheid door een mislukte opdracht, met zijn partner Gal (Michael Smiley) op pad voor drie afrekeningen. Tijdens hun missie blijkt dat Jay nog niet helemaal de oude is, en in combinatie met de strubbelingen thuis heeft hij weinig nodig om door te slaan. Als één van de slachtoffers een perverseling blijkt, gaat Jay volledig door het lint en bewerkt de man met een hamer. Dat wordt zo realistisch in beeld gebracht dat je niet anders kan dan in elkaar krimpen. Wheatley toont de meest duistere kant van de mens en ontdoet die momenten van alle humor en mededogen.

Ondertussen speelt de Brit, die tevens meewerkte aan de montage, met de relatie tussen beeld en geluid en creëert zo een compleet eigen stijl. Geluid dat bij een bepaalde scène hoort is soms al veel eerder te horen, andere keren juist pas veel later, en regelmatig is het zelfs volledig ingewisseld voor dreigende geluidseffecten. Samen met de abrupte shotwissels geeft het de film een plezierige asynchroniteit waardoor je als kijker niet weet wat er gaat komen en dus voortdurend scherp moet zijn.

Wheatley is op weinig conventioneels te betrappen, zeker in de laatste twintig minuten van de film. Daarin schakelt hij weer om naar een volledig ander spectrum van de cinema. De climax is als een koortsdroom, akelig en beklemmend, en de laatste beelden laten je achter met een naar gevoel in de onderbuik dat maar moeilijk wegtrekt.