Slechts een paar bladzijden beslaat het verhaal The Secret Life of Walter Mitty van James Thurber, dat in 1939 werd gepubliceerd in The New Yorker. De hoofdpersoon is een burgerlijke man die boodschappen doet met zijn vrouw en intussen heroïsche fantasieën beleeft.

Het populaire verhaal werd in 1947 verfilmd, met allerlei doldwaze toevoegingen en een uitbundige Danny Kaye in de hoofdrol. Thurber was er niet blij mee, zo liet hij weten in een ingezonden brief in het tijdschrift Life.

In de nieuwe verfilming van het verhaal, van en met komiek Ben Stiller, is Walter Mitty een beeldredacteur bij datzelfde tijdschrift. Net als in de eerdere film is er van alles aan het oorspronkelijke gegeven toegevoegd. Mitty is een eenzame vrijgezel, sociaal onhandig op zo'n typische Ben Stiller-manier. Ooit was hij een coole skateboarder met wilde toekomstplannen, maar een familiedrama gooide roet in het eten. Nu beleeft hij alleen nog avonturen in zijn fantasie: romantische ontmoetingen met een leuke collega ( Kristen Wiig) en stoere confrontaties met zijn vervelende nieuwe baas ( Adam Scott).

Tot het lot hem alsnog uit zijn schulp lokt. De papieren editie van Life houdt ermee op (wat in werkelijkheid al een aantal jaren geleden gebeurde), en op de laatste cover zal een bijzondere prent van sterfotograaf/avonturier Sean O'Connell (cameo van Sean Penn) prijken. Het negatief is echter spoorloos verdwenen, wat Mitty dwingt O'Connell op te gaan sporen. Een queeste die achtereenvolgens naar Groenland, IJsland en Afghanistan leidt.

Deze nieuwe verfilming van The Secret Life of Walter Mitty staat al jaren in de planning; ooit waren er namen als Steven Spielberg, Ron Howard en Jim Carrey aan verbonden. Het scenario werd steeds opnieuw herschreven. Dat is te merken: het eindresultaat is een rare hutspot van tonen en stijlen.

In de eerste fantasiescènes grossiert Stiller in het soort humor dat we kennen uit eerdere films die hij regisseerde ( The Cable Guy, Tropic Thunder) – zwaar over the top en behoorlijk geestig. Die luchtige aanpak sluit goed aan bij de niet al te realistische plot. Maar hoe verder in de film, hoe serieuzer en sentimenteler de toon wordt. Sommige momenten lijken wel afkomstig uit een reclame voor een zorgverzekeraar.

Daarmee is de film wisselvallig, maar nog niet mislukt. Geheel in de geest van de hoofdpersoon, valt er prima weg te dromen bij de charmante acteurs, aardige grappen en mooie plaatjes – de stedelijke decors en exotische natuur zijn prachtig in beeld gebracht.

Alsof je bij de kapper een poosje door uiteenlopende tijdschriften als National Geographic en Mad Magazine bladert, dat is ongeveer de waarde van deze vluchtige feelgoodfilm.