In 2014 is het precies vijftig jaar geleden dat Mary Poppins over de bioscoopdoeken vloog. Dat wordt gevierd met de film Saving Mr. Banks, waarin de sprookjesachtige ontstaansgeschiedenis van de musical rond de magische kinderjuffrouw uit de doeken wordt gedaan.

De film kwam er niet zomaar, toont Saving Mr. Banks. Walt Disney, hier gespeeld door Tom Hanks, moet nogal wat moeite doen om de rechten te bemachtigen van het personage uit de serie kinderboeken van Pamela Travers. De schrijfster ( Emma Thompson) moet aanvankelijk niets hebben van de kinderdroomfabriek, en wil koste wat het kost voorkomen dat haar geliefde creatie verwordt tot een onnozel tekenfilmfiguurtje. Pas na twintig jaar aandringen, en gebukt onder geldproblemen, stemt ze toe naar Amerika te komen voor onderhandelingen over een filmbewerking. 

In de twee weken die ze in Los Angeles verblijft, botst de norse Travers op komische wijze met de kinderlijke Disney én zijn creatieve team. (Onder de aftiteling zijn geluidsopnamen van de echte Travers te horen, die bewijzen hoe griezelig accuraat Thompsons vertolking is.) Terwijl de schrijfster ontdooit en zelfs begint te geloven in het script, komen beeldfragmenten en ruwe versies van succesnummers uit de klassieker voorbij. Een slimme zet, want door middel van associaties en herinneringen bij de kijker worden zo reeds bestaande gevoelens van vreugde en warmte op deze nieuwe film geprojecteerd.

Diverse flashbacks naar Travers' jeugd bieden een kijkje in haar gekwelde ziel en laten daarmee zien hoe het verleden verhalen kan vormgeven. Als klein meisje groeit Pamela op in Australië, waar haar regelmatig werkloze vader op de dampen van zijn alcoholverslaving complete fantasiewerelden creëert voor zijn kroost. Zo brengt hij een verhalenvertelster voort die haar verbeelding onbewust koppelt aan opgelopen trauma's. Colin Farrell speelt die vader met verve, maar zijn optreden sneeuwt onder door de bombast waarmee deze verhaallijn wordt gebracht. Overbelichte beelden, in slow motion vallende peren en overdadige muziek van componist Thomas Newman maken het geheel veel te kitscherig. 

En zo is meer in de film net te vet aangezet. De meeste personages hebben zulke uitvergrote karaktereigenschappen dat ze akelig in de buurt van tekenfilmfiguren komen. Walt is goed, Travers is slecht en het creatieve team zingt en danst. Op zich past dat prima in een film van en over Disney, maar samen met het net wat te gelikte einde levert het een wel heel zoet drama op.