In de onvervalste goedgevoelfilm Et si on vivait tous ensemble? zijn ouderen niet de eendimensionale seksloze wijzen waarvoor ze vaak worden versleten, maar mensen van vlees en bloed in variërende staat van gezondheid en welbevinden. De amusante tragikomedie van Stéphane Robelin komt titelversimpeld in de filmtheaters als Tous ensemble.

Kwieke idealist Jean ( Guy Bedos) nodigt zijn boezemvrinden Claude ( Claude Rich) en Albert ( Pierre Richard) plus diens vrouw Jeanne ( Jane Fonda) uit om in te trekken bij hem en echtgenote Annie ( Geraldine Chaplin). Albert dementeert en raakt steeds meer op hulp aangewezen. Weduwe Claude heeft serieuze hartproblemen. Na enig soebatten met de weifelende Annie is de woongroep een feit.

Waarom met de Duitse etnologiestudent Dirk ( Daniel Brühl) nog een jong personage in het toch ruim met interessante figuren bezette script werd gewurmd, blijft raadselachtig. Nu onderbreekt een pratende metafactor die niets toevoegt telkens de gebeurtenissen. De parkgesprekken tussen Jeanne en Dirk, die Alberts hond uitlaat en een scriptie schrijft over ouderen, klinken behalve wijsneuzig-didactisch volstrekt kunstmatig.

Wanneer Robelin echter de bühne vrij maakt voor zijn veteraan acteurs, sprankelt Tous ensemble herhaaldelijk. Daarbij moet aangetekend dat Fonda’s acteerstijl matig rijmt met die van haar Europese tegenspelers, alsof er in het orkest één violist is die een tikkie te breeduit over de snaren strijkt.

Bedos is sterk als Jean, temperamentvol socialist van de oude stempel. Die, hoe herkenbaar, zo zijn deukjes heeft: vurig vóór liberté, égalité et fraternité, maar mordicus tegen het offeren van zijn overwoekerde moestuin voor een zwembad. Ah, het ego, kwelgeest der mensen. Ook de immer charmante Rich heeft zijn compositie Claude perfect in de vingers. Achter de schuinsmarcheerder met Viagra bovenaan het boodschappenlijstje schuilt de man die met prostituees en grappenmakerij ouderdom en eenzaamheid tracht te verdrijven. En dan Pierre Richard. Verrassend gecast contra zijn oude imago als kluchtenkoning, ontroert hij simpelweg. Mooie scenariovondst is het wijnjournaal waarin rasbourgondiër Albert losgeweekte etiketten plakt en proefnotities schrijft: gaandeweg fungeert het als houvast voor zijn afbrokkelende geheugen.

Van confronterend sociaal realisme zoals Wolke 9, Andreas Dresens film over liefde en seks op gevorderde leeftijd, houdt Robelin zich wijselijk verre. Sfeer, typeringen en - soms wat onhandig geregisseerde - sketchachtige scènes herinneren sterk aan zachtmoedige Franse zedenkomedies uit de jaren zeventig. Die hebben ook vaak een melancholiek tintje . Is Tous ensemble grote filmkunst? Nee, wel een sympathieke zomerfilm die op lichtvoetige toon vertelt over, welbeschouwd, ernstige dingen. En dat is evengoed een kunst.