Le Havre is een van de vrolijkere werken uit het oeuvre van de Finse zelfhater Aki Kaurismäki. Met hoop, voor wie daarin wil geloven.

Hoe er vandaag de dag door Europeanen met immigranten wordt omgegaan, was al onderwerp van tal van films, van La Promesse  (1996) tot Tussenland (2002) en van Ghosts (2007) tot Welcome (2009). Doorgaans worden die verhalen als sociaal-realistisch drama opgediend, waardoor ze bijna per definitie zwaar op de maag liggen.

Wat een verademing is dan Aki Kaurismäki’s Le Havre, dat niet focust op de meelijwekkendheid van de immigrant, maar op die van de blanke ordehandhaver. Diens pavlovreactie bij het zien van een vreemdeling grenst in Kaurismäki’s universum aan hondsdolheid.

Met veel plezier maakt de Finse filmauteur de leden van een zwaarbewapend arrestatieteam belachelijk als boys- met-plastic-toys wanneer die een zeecontainer vol bedeesde Afrikanen te lijf gaan. Le Havre raakt met tragisch-absurde grappen een gevoelige snaar als comédie-noir die heel wat meer levenslust uitstraalt dan we van de melancholieke Fin gewend zijn.

Dat heeft ongetwijfeld te maken met het klassieke kat- en muisspel dat in de film wordt gespeeld door Marx en Monet. Marx ( André Wilms) is een moderne ‘verzetsheld’ die de jonge illegaal Idrissa ( Blondin Miguel) helpt onderduiken. Monet ( Jean-Pierre Darroussin) is de besnorde ‘verrader’ annex politie-inspecteur die naar goed Frans gebruik gekleed gaat in een lange regenjas met hoed, net als de duistere verklikkers die hem informeren à la film noir: gezichtsloos, vanachter een gordijn, met de hand aan de bakelieten draaischijftelefoon. Le Havre is namelijk ook nog een ode aan de Franse cinema van pakweg de jaren dertig tot zeventig: van het poëtisch realisme van Marcel Carné en diens filmster Arletty tot Jean-Pierre Melville’s neo-noirs.

Le Havre – in Cannes bekroond met de prijs van de internationale filmkritiek – grijpt ook nog terug op La vie de bohème (1992), een eerdere Franstalige speelfilm van Kaurismäki. De Parijse Bohémien-schrijver Marcel Marx (toen ook gespeeld door André Wilms) die daarin een van de hoofdfiguren was, duikt nu, twintig jaar later, op als schoenenpoetser in Le Havre. Terwijl zijn vrouw Arletty ( Kati Outinen) in het ziekenhuis op sterven ligt, organiseert Marx voor de overtocht van Idrissa illegaal een benefiet comeback-concert van de 66-jarige Franse punkrocklegende ‘Little Bob’.

Of Arletty ooit nog terugkomt blijft ondertussen de vraag. ‘Wonderen bestaan,’ zo weet haar dokter. ‘Niet waar ik vandaan kom,’ sputtert de Finse Kaurismäki-vedette tegen in gebrekkig Frans . Maar dit is de bakermat van de cinema, dus in Le Havre kan misschien wel alles .