Happy Happy, of het beter klinkende originele Sykt Lykkelig, van debuterend regisseur Anne Sewitsky, won in 2011 de World Cinema Jury Award tijdens het Sundance-festival. Terecht, want ondanks wat oneffenheden en de soms verwerpelijke acties van enkele personages is het moeilijk om niet een beetje verliefd te worden op deze tragikomedie uit Noorwegen.

Dat komt vooral door actrice Agnes Kittelsen. Voor haar personage Kaja mixt ze hysterische vrolijkheid met een zwaarmoedige triestheid. Ze lacht, doet blij en lijkt oprecht gelukkig met haar afwezige man Eirik en sadistische zoontje Theodor in hun afgelegen en door sneeuwlandschappen omgeven huisje. Maar niet ver onder de oppervlakte schuilen leegte en hulpeloosheid.

Kittelsen speelt dat op zo’n manier dat je als kijker niet weet of ze in een constante staat van ultieme naïviteit verkeert, of dat ze alles heel bewust aan het wegstoppen is. Het levert schrijnende situaties op waarbij je als kijker ongemakkelijk zit te kijken en haar het liefst een hartverwarmende knuffel zou willen geven. Kaja’s leven valt langzaam uit elkaar als een ogenschijnlijk perfect gezin in het huis aan de overkant trekt. Tijdens de door Kaja geïnitieerde spelletjesavonden met het nieuwe koppel komt veel vuile was op tafel en ontstaan wisselende relaties tussen de hoofdpersonages.

Sewitsky geeft de geweldig acterende Kittelsen en de overige cast daarbij alle ruimte. De camera blijft vaak hangen op een gezicht om de mimiek een extra shot tragedie aan een scène te laten toevoegen, en vangt maniertjes en subtiele blikken van personages, waar werelden van emoties achter schuil gaan. Alle ellende wordt overgoten door een manische luchtigheid, vooral via het spel van Kittelsen, dat de angel uit de pijnlijkste momenten haalt. Daardoor schuurt het drama soms tevens tegen het karikaturale aan.

Volledig overbodig zijn de absurde intermezzo’s van een kwartet dat tussen de scènes door acapella Amerikaanse liederen ten gehore brengt. Waarschijnlijk bedacht om op originele wijze commentaar te geven op ontwikkelingen, maar het doet geforceerd aan, net als het subplot waarbij de twee zoontjes ‘slaafje’ spelen met elkaar.

Sewistksy schiet met haar debuut op enkele punten uit de bocht, maar legt een filmische basis die nieuwsgierig maakt naar haar volgende project. Alleen al vanwege de briljante Kittelsen moet Happy Happy sowieso op de lijst om te kijken .