Marty Huggins (Zach Galifianakis) lijkt in niets op de ideale kandidaat om een plaats in het Amerikaanse Congres te winnen: hij is klein en mollig, directeur van de plaatselijke VVV, naïef en niet bepaald welbespraakt, en zijn gezin lijkt weg te zijn gelopen uit een Dik Trom-verfilming.

Toch wordt hij door de steenrijke Moch Brothers uitgekozen om de Republikeinse partij te vertegenwoordigen in North Carolina. Al zal de persoon en partijkleur de twee miljardairs een zorg zijn: hun enige doel is om het desbetreffende district aan China te verkopen.

Opponent van Huggins is viervoudig congreslid Cam 'America, Jesus and Freedom' Brady ( Will Ferrell), wiens populariteit tot een historisch dieptepunt is gedaald na zijn zoveelste seksschandaal. In het eerste debat lijkt Huggins nog geen partij voor de gelikte routinier, maar zodra spindoctor Tim Wattley ( Dylan McDermott) zich in de strijd mengt worden de rollen omgekeerd: Huggins ' Chinese mopshondjes worden vervangen door labradors, hertengeweien en oude geweren worden in zijn huis geplaatst en het kapsel van zijn vrouw wordt aangepast. En als zijn tegenstrever dan ook nog eens wordt gefilmd terwijl hij een baby in het gezicht slaat, staat hij plotseling voor in de peilingen.

Het is het begin van een absurde campagne vol moddergooien. En een hoop flauwe grappen. Met Galifianakis en Ferrell in de hoofdrollen en Jay Roach (Meet the Parents, Austin Powers) op de regisseursstoel weet je wel wat je kunt verwachten.

The Campaign is uiteraard een extreme uitvergroting van de werkelijkheid. Een politicus die achtereenvolgens een kind en een hond op camera een mep verkoopt, dat hebben ze zelfs in de Amerikaanse politiek nog niet meegemaakt. En een politicus die de vrouw van zijn rivaal verleidt en vervolgens hun seksvideo zelf naar de pers lekt (en daardoor ook nog eens in de peilingen stijgt) zien we ook voor het eerst.

Maar voor de rest staat The Campaign niet eens zo heel ver van de treurige realiteit af. Twee broers die miljoenen in de politiek pompen om hun libertaire denkbeelden te verspreiden (zie de gebroeders Koch), de populistische retoriek waarin tegenstanders worden vergeleken met Bin Laden, Stalin of Hitler (zie elke recente verkiezing) en een congreslid dat graag foto' s van zijn geslacht via twitter verstuurt (zie Anthony Weiner): zo gek is het eigenlijk allemaal niet.

Het geeft de nogal voorspelbare grollen en bekende grofgebekte improvisaties meer slagkracht en relevantie dan in het overgrote deel van het oeuvre van Galifianakis en Ferrell. Maar echt grappig wordt het niet.