De Oostenrijkse regisseur-provocateur Ulrich Seidl (Hundstage; import/Export) is gefascineerd door de mens in al zijn naaktheid. Letterlijk en figuurlijk. Maar waar andere regisseurs hun personages vaak nog een restje waardigheid gunnen, pelt Seidl ook dat genadeloos af.

Seidl zegt altijd wanhopig op zoek te zijn naar het mooie in de mens, maar in zijn films (en documentaires) vindt hij alleen het slechte. In het ironisch getitelde eerste deel van de Paradies-trilogie – na Liebe volgen nog Glaube en Hoffnung – is Seidls idee van liefde: sekstoerisme in Afrika.

Teresa is een alleenstaande, middelbare Oostenrijkse huisvrouw die op strandvakantie naar Kenia gaat. Of ze wist wat ze daar zou aantreffen laat de film in het midden, maar voor ze het weet is Teresa omringd door ‘beach boys’. Die haar spulletjes proberen te verkopen, excursies, en bovenal zichzelf.

De boys vertellen de volslanke Teresa dat ze mooi is en begeerlijk. Zaken die ze in eigen land al jaren niet meer te horen krijgt. De boys willen natuurlijk geen geld voor hun liefde, maar blijken allemaal familieleden te hebben die dure operaties moeten ondergaan, en verwachten van Teresa een bijdrage.

De kracht van Paradies: Liebe is dat Seidl geen daders of slachtoffers aanwijst . Teresa gebuikt de ‘beach boys’ en die gebruiken op hun beurt Teresa. In Seidls universum is iedereen slachtoffer én dader.

Dit cynische wereldbeeld is niet voor iedereen aantrekkelijk, en ook de kille, klinische manier waarop de oud-documentairemaker het verhaal in beeld brengt (met veel lillend blank vlees en opgewonden zwarte geslachtsdelen) zal veel mensen afschrikken. Toch zijn de films van Seidl een genre op zichzelf, en ondanks het inktzwarte, bijna groteske wereldbeeld altijd geloofwaardig.

Met dank aan het naturelle acteren van de meestal niet-professionele acteurs. Hoofdrolspeelster Margarete Tiesel speelde al eens bijrolletjes in films en tv- series, maar de ‘beach boys’ vond Seidl gewoon op het strand. In Kenia.

Aanvankelijk was Paradies geen trilogie maar één film met drie verhalen (net als Seidls vorige films Hundstage en Import/Export). Seidl schoot echter zo veel materiaal voor elk onderdeel dat ze uitgroeiden tot hele films. Dat heeft Liebe niet per se goed gedaan. De twee uur die de film nu duurt is te lang. Sommige scènes worden zo vaak herhaald dat de betekenis er te dik bovenop komt te liggen. Seidls wereldbeeld is al geen pretje, maar als het er ook nog ingeramd wordt, is het zelfs voor de fans bijna ondraaglijk.