- Wat een mysterie; er is hier recht onder ons een andere wereld!
- De wereld draait en draait, maar zij zijn altijd onder ons.
- Als de zon hier onder gaat, komt hij op aan de andere kant.
- Stel je eens voor dat er een tunnel zou zijn, helemaal naar de andere kant.
- Je moet wel miljoenen meters graven om aan de andere kant uit te komen.
- Je valt er misschien wel dwars doorheen.
- Misschien breek je je rug wel.

Het is een wat gekunstelde dialoog tussen twee simpele zielen, tegen een bloedstollend mooie zonsondergang in the middle of nowhere in Argentinië. Maar het tweegesprek vat haarfijn de essentie van ¡Vivan las antipodas! samen.

De Russische filmmaker Victor Kossakovsky groef geen tunnels, maar nam gewoon het vliegtuig en plantte zijn camera op vier paar antipoden: punten die lijnrecht tegenover elkaar liggen, aan weerszijden van de wereld (uit het Grieks : anti is tegen, pous of podos is voet).

Het vrijwel onbewoonde gat in Argentinië, Entre Rios, blijkt lijnrecht tegenover de hectische miljoenenstad Shanghai te liggen. Kubu, Botswana is de antipode van Big Island Hawaï; Miraflores aan de Spaanse Costa del Sol de antipode van Castle Point, Nieuw- Zeeland. En een Chileens deel van Patagonië van een drooggevallen deel van het Baikalmeer in het zuiden van Rusland.

De film, gecoproduceerd door het Amsterdamse Lemming Film, begint met een citaat uit Lewis Carolls Alice in Wonderland en een omslachtige uitleg van het principe, inclusief een simpel, tweedimensionaal tekeningetje van de wereld waarop de antipoden worden aangeduid . Wat volgt is pure poëzie.

In een weldadige, lyrische, soms overrompelende stijl verbindt Kossakovsky noord en zuid en oost en west. Zijn camera is constant in beweging, pant en buitelt, en haalt duizelingwekkende capriolen uit. Hele scènes worden op zijn kant of ondersteboven getoond. En als de camera dan weer recht staat, blijkt er naast een boerderij in het Baikalmeer een oude auto op zijn kop te liggen.

Kossakovsky verbindt beide continenten middels onmogelijke, met de computer gemaakte spiegelingen in rivieren of plassen, een weggelopen hond en fladderende vlindertjes, of door het gebruik van warmbloedige marsmuziek bij ijskoude beelden. Scènes waarin de nadruk ligt op de contrasten worden afgewisseld met beeldrijm: een gegroefde olifantenhuid gaat naadloos over in gestolde lava, een enorme rots in een aangespoelde walvis.
 
De lange scènes waarin met steeds meer bulldozers verwoede pogingen worden gedaan het dode beest van het strand te verwijderen, roepen dan weer herinneringen op aan Kossakovsky’s schitterende, vanuit het raam van zijn appartement in Sint Petersburg gefilmde Tishe! uit 2003.

Het kan niet anders of het duizelt je, als na honderd minuten de aftiteling van boven én beneden het tollende beeld in rolt. Maar het kan ook bijna niet anders dat wie zo ver gekomen is ¡Vivan las antipodas! nogmaals wil zien, op zoek naar nog meer adembenemende (lucht) spiegelingen en fladderende vlindertjes. Leve de tegenvoeters!