Tien jaar geleden is het inmiddels dat de lispelende luiaard Sid, Manny de mammoet en sabeltandtijger Diego in de eerste Ice Age hun bioscoopdebuut maakten. Nadat ze opeenvolgend de ijstijd zagen aanbreken, die weer zagen eindigen en de laatste dinosauriërs tegen het lijf liepen, is het in deel vier tijd voor de continenten om zich te splitsen.

Gelukkig vindt dat in rap tempo plaats, met dank aan de onfortuinlijke prehistorische eekhoorn Scrat, die in zijn eeuwige zoektocht naar zijn geliefde eikel per ongeluk in de kern van de Aarde belandt en zodoende alles in beweging zet. Nee, met historische correctheid nemen de makers van Ice Age het niet zo nauw, iets waar Sid in de openingsminuten nog aan refereert als hij zijn oma ( een van de vele nieuwe personages) vertelt wat hij de afgelopen tijd heeft meegemaakt: ‘We hebben gevochten met dinosauriërs. In de ijstijd. Het sloeg nergens op, maar leuk was het wel.’

Zo heel leuk was dat trouwens helemaal niet, maar dit vierde deel vergoedt enigszins de eerdere, teleurstellende sequels. Al lijkt het daar in het begin totaal nog niet niet op . De overvloed aan personages maakt er al snel een ongeregeld zooitje van, en de subplot waarin Manny's dochter verliefd raakt op de populairste mammoet-jongen van de kudde begint vrijwel direct op de zenuwen te werken.

Een kleine zegen is het dan ook als Manny door de splitsing van de continenten van zijn gezin wordt gescheiden en samen met Sid, zijn seniele oma en Diego op een ijsschots belandt. In hun poging weer naar het vaste land terug te keren worden ze dwars gezeten door een stel klungelige piraten, onder aanvoering van een sadistische aap.

Het zijn de scènes waarin terug wordt gegrepen op de basis – Manny en Diego die alle stommiteiten van Sid moeten zien te repareren – die je de talloze irritante nieuwe personages (met stip op één: de donzige, hamsterachtige Hyrax) en overbodige subplots doen vergeven. En natuurlijk de slapstickavonturen van Scrat, die weer net zo inventief en onvoorspelbaar zijn als in het eerste deel.

Vergeet overigens niet op tijd in de bioscoop te zijn: voorafgaand aan de film wordt een prachtige, woordenloze korte Simpsons-film vertoond, waarin Maggie haar eerste dag op een kinderdagverblijf from hell beleeft. Enig minpunt: je hebt het hoogtepunt gelijk al gehad.