In het verrukkelijke Poulet aux prunes zijn we getuige van de laatste acht dagen in het leven van de wereldberoemde violist Nasser Ali. Die weigert namelijk verder te leven, omdat zijn vrouw zijn geliefde viool heeft kapot geslagen.

Een kolossale, op het eerste gezicht nogal aanstellerige beslissing, maar de film geeft langzaam maar zeker prijs waarom Nasser tot zijn daad komt. En ook waarom zijn vrouw de viool heeft kapot geslagen.

Poulet aux prunes – de titel slaat op een bekend Iraans gerecht: kip met pruimen, het lievelingsgerecht van Nasser – is de tweede film van het schrijvers- en regieduo Marjane Satrapi en Vincent Paronnaud. De eerste was de festivalhit Persepolis, die in 2008 werd genomineerd voor een Oscar voor beste animatiefilm (maar verloor van Ratatouille).

Persepolis is gebaseerd op Satrapi’s gelijknamige graphic novel, waarin ze vertelt over haar moeilijke jeugd in Iran (dan nog Perzië) als dochter van communistische ouders, en over haar vertrek als veertienjarige naar Europa.

Ook Poulet aux prunes is gebaseerd op een graphic novel van Satrapi, maar minder autobiografisch. De film speelt zich af in het Teheran van de jaren vijftig, ruim tien jaar voor Satrapi’s geboorte in 1969, ten tijde van de door de Amerikanen gesteunde coup tegen de democratisch gekozen premier Mohammad Mosaddegh.

De politieke boodschap in de film is duidelijk aanwezig – Nasser is bijvoorbeeld verliefd op de beeldschone maar onbereikbare Irane – maar Satrapi’s ambitie is groter. Poulet aux prunes gaat vooral over universele thema’s als liefde, leven voor de kunst en het maken van keuzes.

Net als in Persepolis is er weer een goede balans gevonden tussen humor en ernst. Nieuw voor Satrapi en Paronnaud – beiden afkomstig uit de graphic novel-scene – was dat Poulet aux prunes voornamelijk live action is. Er moest gewerkt worden met acteurs. En niet de minsten.

Satrapi en Paronnaud konden beschikken over internationale sterren als Isabella Rossellini (Italië/VS), Maria de Medeiros (Portugal) en Chiara Mastroianni (Italië). Maar onbetwist middelpunt is de Fransman Mathieu Amalric. In The Diving Bell and the Butterfly moest hij als volledig verlamde journalist acteren met alleen zijn linkeroog; in Poulet aux prunes zijn het weer die grote , wijd opengesperde ogen van Amalric die de aandacht trekken. Ze geven hem iets cartoonesks, en zo past hij prima in de stripwerkelijkheid van Satrapi en Paronnaud.