Hier, lezer, is het idee. Over de Amerikaanse minimalist-conceptualist Solomon ‘Sol’ LeWitt (1928-2007) zou men een veelvoud aan bespiegelingen kunnen schrijven. Een, bijvoorbeeld, waarin regels diagonale lijnen zijn die, onder een zekere perspectivische graad gezien, gelezen kunnen worden. Een waarin Sol, zoals hij tijdens zijn kunstenaarsleven was, als persoonlijkheid onzichtbaar blijft. Of een waarin ieder woord bestaat uit de reeks nummers die elke woordletter in het alfabet inneemt. Et cetera, ad infinitum.

Zou men dan al deze en een duizendtal andere teksten over 191512 1252392424 ( MCMXXVIII-MMVII) over elkaar heen leggen, ontstaat er wellicht een idee van de oneindigheid waarin het conceptualisme van de multidisciplinaire minimalist zich manifesteert.

In de documentaire Sol LeWitt van Chris Teerink wordt een van ’s mans wall drawings (wat er staat, is het, maar dan anders) uitgevoerd in de koepel van het Bonnefantenmuseum. Geen sinecure, want LeWitt conceptualiseerde het hallucinante kunstwerk Spiral met mathematische exactheid op papier. In de driedimensionele ruimte vertaalt zich dat voor de uitvoerende ploeg als hachelijk precisiewerk dat, op steigers en met eindeloos kijken en meten, wordt gerealiseerd.

Ultiem cerebrale kunst, zegt u? Sol LeWitt, in de film als stem in interviewfragmenten aanwezig, verdedigt zichzelf tegen critici die hem en de zijnen voor rationalisten verslijten. Hij ziet zichzelf, en de kunstenaar in het algemeen, meer als een mysticus, explorateur van ongekende werelden. De wijze waarop hij spreekt over zijn kunst is ook eerder associatief, zoekend, tastend dan berekend en berekenend.

Met schoonheid – toch al een subjectief gegeven - heeft LeWitts kunst nauwelijks nog iets van doen. Of zoals tijdgenoot en geestverwant kunstenaar Jan Dibbets het in de docu uitdrukt: ‘Wij wilden helemaal geen schoonheid meer’. Een keuze.

Om op dat punt te geraken moet denkwerk worden verzet, dient men zich radicaal te onthechten van wat in de beeldende kunst voorafging. En hoe verhoudt zich het idee als idee tot de verwezenlijking van dat idee?

Sol LeWitt opent met een vloeiende montage van travelling shots langs museumzalen vol Sol- minimalisme. Het is als een vertraagde vogelvlucht door het interieur van een objet d’art dat het midden houdt tussen meetkundeboek, kleurplatenlabyrint en kaleidoscoop. Iets dat slechts in cinema zo kan bestaan. Een toegevoegde waarde dus. En die openingsscène zegt al: denk je vrij of stuk op de vrijgevochten stukken van Sol LeWitt. Uit een idee komt een ander idee voort. Dat is wat telt . Een betere denkaanzet kan een documentaire niet geven. Zegt deze bespiegeling , die slechts een idee is van vele ideeën. En zogezien niet de uwe hoeft te zijn .