Doodslag is een typisch product van Pieter Kuijpers (Van God Los, Off Screen, Dennis P., TBS): geworteld in de realiteit, met een tragische held als metafoor voor iets groters.

Held of hufter? Dat is het oordeel dat de kijker van Doodslag moet vellen over ambulancechauffeur Max ( Theo Maassen). Max slaat op een avond per ongeluk een ‘kutmarrokaan’ dood die hem, onderweg naar een zware bevalling, de weg verspert. Maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Want deze Mo was nou juist de jongen die het opstootje probeerde te sussen. En als Max zich geen weg had gebaand door de dwarsliggende jongens, had dat aan moeder en kind de kop gekost. En zo volgt er nog een reeks complicerende factoren.

Het gegeven van de film is akelig actueel. Denk aan de doelman van AZ, die net voor de kerstdagen een losgeslagen Ajaxsupporter hard natrapte. Of aan onze premier die voor het oog van de natie bekvocht met Geert Wilders. ‘We willen de samenleving terugveroveren op de hufters,’ oreerde Rutte negen maanden eerder in een interview met de Volkskrant . Die besmeurde belofte heeft het tot motto van de film geschopt.

Maar het kan nog gekker. In de sleutelscene van Doodslag, vlak voor de fatale klap, roept Mo naar Max: ‘Doe normaal man!’ Waarop Max naar Mo schreeuwt: ‘Doe zelf normaal!’ Die scene werd gedraaid in juni. Drie maanden voordat Rutte en Wilders hem in de Kamer ‘naspeelden’.

Doodslag gaat over perceptie . Over wat onder normaal of hufterig gedrag wordt verstaan. Doodslag is een filmische hagepreek met knipoog en kloten, kritisch over de spektakelrol van moderne media, over publiek als klapvee zonder eigen mening. Doodslag toont dat oordelen makkelijk is, het slaafs volgen van regels en protocollen oppervlakkig . Doodslag zegt: de waarheid is complex, we moeten beter naar elkaar luisteren, niemand gaat vrijuit.

Dat geldt ook voor Theo Maassen, die met zijn grimmige, sullige kop na TBS voor de tweede keer de hoofdrol in een film van Kuijpers vertolkt. In 2008 vernielde hij tijdens een voorstelling de camera van een fotografe, nadat hij zijn publiek had om advies had gevraagd. Het oordeel dat zijn personage in Doodslag velt over een cabaretier (Gijs Scholten van Aschat) die op vergelijkbare wijze zijn publiek bespeelt, is snoeihard. Jammer genoeg zijn de theaterscènes met Max en de cabaretier tegelijk een beetje de achilleshiel van de film, want door een overdaad aan tekst te statisch en een tikje belerend.