Clint Eastwoods J. Edgar vertelt het onwaarschijnlijke levensverhaal van J. Edgar Hoover. Aan het begin van de jaren twintig mocht hij naar eigen inzichten het Bureau of Investigation optuigen, de voorloper van de FBI, waarvan hij tot zijn dood in 1972 directeur bleef. Hij diende onder acht Amerikaanse presidenten, van wie er ten minste vier hebben geprobeerd hem te ontslaan.

Dat dat niet lukte, kwam mede omdat Hoover er niet voor terugdeinsde geheime informatie te misbruiken; ‘kennis is macht’ luidde niet voor niets zijn lijfspreuk. Zijn eigen privéleven schermde hij volkomen af; alleen Helen Gandy, die een huwelijksaanzoek kordaat afsloeg maar wél een leven lang aan Hoovers zijde bleef als secretaresse, en zijn rechterhand Clyde Tolson waren op de hoogte van zijn plannen.

De film begint aan het einde van de jaren zestig in Washington, als Hoover zijn levensverhaal begint te dicteren om zijn rol in de geschiedenis veilig te stellen. Zo wordt direct duidelijk dat zijn levensmissie was Amerika en de Amerikanen te beschermen tegen de bolsjewistische communisten (‘Communism is not a political party, it is a disease’, zegt hij in voice over). Op die manier is ook van meet af aan duidelijk dat we te maken hebben met een onbetrouwbare verteller; het is Hoovers verhaal – géén objectieve geschiedenisles, zo dat bestaat.

In het vervolg schakelt Eastwood heen en weer tussen het ‘heden’ en de tijd waarover Hoover vertelt . En is te zien hoe een wereldvreemd moederskindje ( Judi Dench is uitstekend als zijn veeleisende moeder) verandert in een onaantastbare mogul; een man die korte metten maakt met bestaande én vermoedelijke bedreigingen en iedere gelegenheid aangrijpt de macht en middelen van zijn veiligheidsdienst te vergroten.

Eastwood koos ervoor de jonge en de oude hoofdrollen te laten spelen door dezelfde acteurs, wat niet in alle gevallen even goed uitpakt. Leonardo DiCaprio overtuigt als Hoover; hij wordt vanwege zijn transformatie als voorname Oscar-kandidaat gezien.

De make-up en protheses die Naomi Watts en Armie Hammer (nog het meest bekend van zijn formidabele dubbelrol als de tweeling Winklevoss in The Social Network) in de oude Gandy en Tolson moeten veranderen zitten echter danig in de weg. Beiden lijken weggelopen uit een derderangs no-budgethorrorfilm.

De film is aan de lange kant, de continue sprongen in de tijd maken J. Edgar bovendien langdradig. Maar het belangrijkste bezwaar is het scenario van Dustin Lance Black (die toch een Oscar won voor zijn script voor de biopic Milk).

Het gebrek aan scherpte en focus zorgen ervoor dat J. Edgar niet overtuigt als biopic, noch als drama. Zo grijs en grauw als het kleurenpalet is, zo bloedeloos blijft het toch allesbehalve saaie verhaal van Amerika’s meest legendarische ‘crime fighter’. Zelfs DiCaprio in topvorm kan daar maar weinig aan veranderen.