Met zeventien Oscars, bijna drie miljard aan box office-inkomsten en jubelende reacties van zowel critici als fans mocht regisseur Peter Jackson zich na zijn Lord of the Rings-trilogie gerust als God van filmisch Middle-Earth beschouwen. Voor The Hobbit, de verfilming van Tolkiens boek dat zich zo’n zestig jaar vóór de avonturen van Frodo afspeelt, kon hij dan ook ongestoord zijn gang gaan. En zoals hij al eens met King Kong bewees: als hij helemaal losgaat kan dat ook verkeerd uitpakken. Waardoor we nu worden opgescheept met het bijna drie uur durende Efteling: The Movie.

Overdreven? Natuurlijk, maar niet zo overdreven als van een 300 pagina’s tellend boek een trilogie maken (ter vergelijking, de drie LOTR-films zijn gebaseerd op ongeveer 1500 pagina’s aan Tolkienteksten). Jackson neemt de tijd; na een korte samenvatting over hoe een kwaadaardige draak de berg van een dwergenvolk afpakte, introduceert hij tergend traag het gezelschap dat op pad zal gaan om de berg te heroveren. Hobbit Bilbo Baggins ( Martin Freeman) krijgt dertien dwergen op bezoek, onder aanvoering van Gandalf ( Ian McKellen). Die eten zijn huis leeg, gedragen zich flauw en zingen zelfs wat liedjes. De nadruk ligt daarbij op het kinderboekaspect van Tolkiens werk, wat tevens het zware overacteren van Freeman in het begin verklaart. Pas na een goed uur gaat de groep eindelijk op weg en barst de actie los.

Vanaf dat punt probeert Jackson het avontuur aan te laten sluiten bij de donkere sfeer en spanning die in de LOTR-films heersen. Dat contrast in stijl is groot en wringt op belangrijke momenten. Door het opgewekt-infantiele aura dat aanvankelijk rond de dwergen hangt, krijg je tijdens hun ontmoetingen met orcs, goblins en ander gespuis nooit het idee dat ze echt in gevaar zijn. Dat gevoel wordt versterkt door de actie die soms in het extreme wordt getrokken. Een scène waarbij de groep in een massale vechtpartij geraakt is lange tijd ijzersterk, om uiteindelijk in het belachelijke te schieten als de good guys een onwaarschijnlijke val maken via een serie loopbruggen.

In tegenstelling tot het reisgezelschap van LOTR, waar het verschil in persoonlijkheden en kwaliteiten van elf, ridder, tovenaar en hobbits onderling duidelijk was, vormen de dwergen een anonieme verzameling gezichtshaar waar je geen binding mee krijgt. En dus hebben scènes waarin ze terechtkomen op vechtende rotscreaturen, balanceren op richels of hangen aan kliffen terwijl er stenen neer regenen, amper impact. Hoe mooi ze ook zijn vormgegeven.

Want alles ziet er wel weer uiterst fraai uit. Landschappen die zijn opgenomen in Nieuw-Zeeland en aangevuld met CGI, vormen mythische decors, die tot leven worden gewekt door een mix van echte acteurs (geschaald naar verschillende lengtes) en wezens uit de computer. Vooral het moment dat Bilbo kennismaakt met Gollum (wederom perfect gestalte gegeven door Andy Serkis) is indrukwekkend en zal het hart van fans sneller doen kloppen.

The Hobbit is een visueel overweldigende achtbaanrit door een sprookjesbos, vol cartooneske actie en holle personages, die met enkele spaarzame hoogtepunten en een zwalkende stijl minstens een uur te lang duurt.

NB: De film is met 48 beeldjes per seconde opgenomen, maar voor de pers werd enkel de ‘gewone’ versie vertoond, met 24 beeldjes per seconde. Berichten over de esthetische kwaliteiten van de 48 beeldjes-vertoning zijn gemengd.