‘Helaas hebben we het tegenwoordig alleen over de negatieve dingen,’ observeert abt Fedele van het Pusano-klooster in Apulië tegenover zijn bezoekers, documentairemakers Gustav Hofer en Luca Ragazzi. ‘Een boom die valt, maakt meer lawaai dan een bos dat groeit.’ Dat zen-achtige aforisme zou de subtitel kunnen zijn bij de Italië-rondreis die het docuduo in 2011 maakte in een Fiat 500. De kleurrijke ansichten-agitprop die het heeft opgeleverd is tragikomische, bruisende cinema. Italië? Omarmen of opkrassen.

Gustav, geboren in de noordelijke Alto Adige, heeft genoeg van de reactionaire, mafioos verrotte televisiecratie Groot-Berlusconië en wil naar Berlijn verhuizen. Luca, Romein en zuiderling in hart en nieren, ontwijkt liever het dagelijks conflict met de politiek-economisch-maatschappelijke puinhoop die zijn land de facto is geworden. Hij wil blijven. Tijdens hun giro d’Italia tracht de één de ander met levende voorbeelden van zijn gelijk te overtuigen. De cliffhanger zit, heel kien, al in de openingsscène. De huisbaas heeft Lu en Gus de huur van hun Rome-appartement opgezegd, de verhuisdozen worden ingepakt. Maar met welke bestemming?

Om het beestje maar bij zijn naam te noemen: zelden werden zo veel deprimerende zaken op zo amusante wijze in een documentaire aaneengeregen. Dat ligt deels aan de fraai gefotografeerde en met pit gemonteerde road movie-vorm. Deels aan het charmant-relevante gekibbel van levenspartners Luca en Gustav. En niet in de laatste plaats aan Italië. Hoe kun je je het lot van dat prachtige land met die ontzagwekkende cultuurhistorie nu niét aantrekken? Hoewel. De dweperij van de Berlusconisten met hun idool is even bizar als beschamend. Onverbloemd toont de film diverse B-zotten in al hun agressieve domheid.

Op spitsvondig cinefiele wijze trekken Hofer en Ragazzi de parallel tussen de dode überdespoot Benito M. en rechtse Rome- burgemeester Gianni Alemanno. Op een Romeins dak spelen ze een scène na uit Una giornata particolare. In Ettore Scola’s klassieker is het oude wooncomplex verlaten: de hele stad is uitgelopen om Il Duce te horen oreren. Behalve de onvermoeibare huisvrouw en moeder Antonietta (Sophia Loren) en de ontslagen homoseksuele radiopresentator Gabriele (Marcello Mastroianni). In Italy: love it or leave it zijn het Gustav en Luca die, in de rollen van Marcello en Sophia, op het dak de lakens opvouwen terwijl een potsierlijke spierballenspeech weerklinkt. Alleen horen we hier niet Mussolini’s fascistenbombast, maar de homofobe burgervader, toegejuicht door zijn klapvee. Inhoudelijk is het een nestbevlekkende waaghalsscène, zeker, en hij hakt erin ook.

Van de Fiat-succesmythe Turijn via het door Russisch patserdom overspoelde Rimini en de afvalberg Napels naar het door de ‘Ndrangheta-mafia geteisterde Calabrië en het Sicilië van de permanent politiebewaakte eenling: dit Italië is even ziek als het trots is. Terry Gilliam-achtige animatievignetten bieden absurd-komisch contragewicht bij de zich opstapelende droefenis. De tot leven komende Rimini- ansichten, bijvoorbeeld, zijn oergeestig. En gaande de omzwerving verandert de iconische Fiat 500 stripachtig vrolijk van kleur. Doorslaggevend, uiteindelijk, is echter de positieve boodschap van de geïnterviewde Italianen die te veel van hun land houden om te vertrekken. En actie ondernemen, op welk vlak dan ook. Italy: love it or leave it is zo’n actie, en een die ver voorbij de landsgrenzen reikt.