‘Kunst in het algemeen leert ons niets,’ zegt galeriecheffin Jeanne (Kristin Scott Thomas) tegen echtgenoot Germain (Fabrice Luchini) in Dans la maison. De boude bewering verraadt een zeker intellectueel cynisme, hetgeen François Ozon in zijn filmbewerking van Juan Mayorga’s vileine theaterstuk past als een handschoen.

Raffinement volop in deze Ozon grand cru 2012 waarin – merci – de kitschfactor is vervangen door een intrige van substantie. Aandachtig leest lyceumleraar Germain het opstel van leerling Claude (Ernst Umhauer) over het bourgeois gezin van een klasgenoot. Aantrekkelijke moeder Esther ( Emmanuelle Seigner) heeft Claudes bijzondere aandacht. In de scherpe observaties herkent de literatuuronderwijzer meteen het schrijftalent en moedigt Claude aan om door te gaan. Daarop wurmt de Pygmalionpuber zich verder het gezin binnen en Germain beoordeelt vervolgens ieder geschreven hoofdstuk op drama, stijl en – pikant – plausibiliteit. Spoedig zijn mentor en protegé, ieder in een eigen koorts gevangen, in een onfris parasietenspel beland dat niet zonder consequenties blijft.

Met aanzienlijke urgentie (her)vertelt Ozon de boosaardige voyeursgeschiedenis, waarbij op welhaast Borgesiaanse wijze de diverse realiteiten met elkaar vervlochten raken. Hoogst inventief spel met cinema is op slimme – je bent geneigd te zeggen: slinkse – wijze gekoppeld aan metabespiegelingen over kunst en literatuur. Wat verleent een tekst zijn eigenheid en waarachtigheid en wie bepaalt dat? En is voor de creatie alles geoorloofd? Uiteindelijk is ook dat wat de kijker ziet en hoort een malicieus gefabriceerde werkelijkheid: op alle niveaus gaat Dans la maison over manipulatie.

Waarvan al akte in Ozons sterkste castingstaaltje: Fabrice Luchini als boekenwijsneuzige cultuurpessimist met verborgen agenda . Luchini’s bevlogen Parijse theatervoordrachten rond de letteren – met teksten van Céline, La Fontaine, Baudelaire en anderen – zijn ware gebeurtenissen. De man eet, drinkt, ademt literatuur en theater. Ieder woord, iedere geste en iedere blik van Germain lijken dan ook bijna het woord, de geste en de blik van Luchini zelf. Op dit verraderlijke terrein leeft Luchini zich helemaal uit.

Franco-cinefielen zullen bovendien parallellen met La discrète uit 1990 niet ontgaan. In het verfijnde literaire juweeltje van Christian Vincent vertolkt Luchini een pedante poseur die op het perverse voorstel van een misogyne boekhandelaar ingaat: een willekeurige jongedame inpalmen en haar na verovering koud terzijde schuiven. Dit alles, uiteraard zonder medeweten van het slachtoffer, voor een te schrijven verleidingskroniek. Het kardinale verschil tussen La discrète en Dans la maison is nu, dat Vincent mededogen heeft met zijn personages terwijl Ozons figuren slechts dienen als offerstukken in een superieure schaakpartij. Aan de kijker is, in deze barre tijden van zoekgeraakt moreel besef meer dan ooit, de keuze: welke van de twee mentaliteiten weerspiegelt de mijne?

Meer over Dans la maison