De vaak gehoorde opvatting dat de wereld beter af zou zijn met vrouwen aan het roer, is niet alleen simplistisch, maar ook onwaar. Dat kwam vorig jaar nog naar voren uit een onderzoek van de Texas A&M Universiteit, dat het veiligheidsbeleid van 22 democratische landen tussen 1970 en 2000 onder de loep nam. Wat bleek: vrouwelijke ministers van Defensie stuurden hun troepen gemiddeld zelfs iets sneller naar het front dan hun mannelijke collega’s.

Dat weerhield de Libanese regisseuse, actrice en scenariste Nadine Labaki ( Sukkar banat, 2007) er niet van om die achterhaalde opvatting als leidraad te nemen voor haar tweede speelfilm Et maintenant on va où?

Dat hoeft natuurlijk geen probleem te zijn. Zeker niet als het gaat om een als muzikale komedie verpakt sprookje dat lijkt op de klassieke Griekse komedie Lysistrata van Aristofanes. Daarin ontzeggen de vrouwen hun mannen seks, zolang die oorlog blijven voeren. Maar zo ver komt het niet in Et maintenant on va où?, over een niet-nader genoemd dorp in een niet-nader genoemd land, dat overigens verdomd veel weg heeft van Labaki’s verdeelde Libanon.

Eerder proberen de vrouwen het bleke seksleven van hun mannen op te vijzelen door schaarsgeklede importdanseressen naar hun plattelandsdorp te halen. Als afleiding voor de televisie die bericht over gewelddadige conflicten elders tussen mensen van verschillende religies.

Van een battle of the sexes is in de film echter geen sprake. Dat komt omdat de mannen bordkartonnen flapdrollen zijn die alleen maar met elkaar op de christelijke dan wel islamitische vuist gaan: of er nou toevallig een kudde geiten de moskee inmekkert of iemand per ongeluk struikelt over Jezus-aan-het-kruis. Een kunstmatige truc die de steeds verdergaande afleidingsmanoeuvres van de spitsvondige dames ad infinitum van brandstof moet voorzien. Labaki dacht kennelijk dat de vele komische scènes die ze met haar vier (!) co-scenaristen bedacht genoeg zouden zijn om haar publiek te betoveren. De bezoekers van het filmfestival in Toronto gaven haar daarin gelijk, want ze kreeg er de publieksprijs.

Maar de personages en het drama missen grond onder hun voeten. Daarbij worden sommige verhaallijnen niet of slecht uitgewerkt: de danseressen hangen maar een beetje rond en de opbloeiende liefde tussen de christelijke schone Amale (gespeeld door Labaki) en de islamitische Rabith loopt na één akkefietje alweer spaak.

De op tegenlicht verliefde camera en betoverende muziek van Labaki’s echtgenoot – componist Khaled Mouzannar – onderstrepen het nog eens: Et maintenant on va où? is geen scherpzinnige zedenles, maar een escapistische feelgoodfilm.