Cosmopolis, van de Canadese cultfilmer David Cronenberg, volgt één dag uit
het leven van Packer. Geen bijzonder fijne dag, want Packer verliest miljarden
met een valutadeal, ruziet met zijn kersverse echtgenote en moet vrezen voor
zijn leven.
Cronenberg schreef zelf het scenario voor Cosmopolis,
dat hij baseerde op de gelijknamige roman van de Amerikaanse auteur Don DeLillo
. Naar eigen zeggen kopieerde hij alle dialogen uit DeLillo’s roman en gebruikte
dat als basis voor het script.
De nadruk op die ongewone, literaire
dialogen zijn zowel de kracht als zwakte van de film. Sterk is dat iedere zin
inhoud en lading heeft; slecht, of op zijn minst ongemakkelijk, is dat die
zinnen onrealistisch aandoen, waardoor er afstand ontstaat tussen kijker en
personages. Bovendien wordt de film door de nadruk op de teksten essayistisch.
Je krijgt het idee dat je kijkt naar een college.
Wel een
intelligent én urgent college, want DeLillo’s boek, gepubliceerd in 2003, bleek
profetisch in het voorspellen van de ineenstorting van de financiële wereld, en
ook de film leek vooruit te lopen op de werkelijkheid. Terwijl de scènes in
Cosmopolis waarin wereldwijd wordt gedemonstreerd tegen het kapitalisme werden
opgenomen, begon in Wall Street de Occupy-beweging.
De hoofdrol in
Cosmopolis wordt gespeeld door superster
Robert Pattinson (van de Twilight-films). Hij speelt Packer als een
fotomodel met Asperger, onthecht en ongevoelig voor de wereld buiten zijn auto.
Veel diepgang heeft het niet, maar voor deze rol pakt het juist uitstekend uit.
Hij wordt bovendien bijgestaan door een keur aan grote (en betere) acteurs in
de bijrollen. Onder wie
Juliette Binoche,
Samantha Morton,
Mathieu Amalric en
Paul Giamatti.
Als een vorst zit de jonge miljardair Eric Packer op zijn zachtlederen stoel in het midden van de langgerekte, hagelwitte limousine. Die limo is zijn kantoor, zijn huis, zijn leven. Dat is waar hij mensen ontvangt. Voor seks, een medisch onderzoek, een gesprek. Dat laatste vooral over geld, al heeft dat voor Packer al lang geen reële waarde meer. Miljoenen, miljarden? Het zijn allemaal maar flitsjes op een computerscherm.