Winnaar van de prijs voor beste regie in Cannes ging dit jaar naar de Deen Nicolas Winding Refn. Enigszins verrassend, omdat hij die prijs kreeg voor de actiefilm Drive en actiefilms worden in Cannes zelden in de competitie opgenomen, laat staan beloond met een prijs.

Drive is dan ook geen doorsnee actiefilm. In deze film geen computerontploffingen, bordkartonnen personages of flauwe humor, maar een strak , hyperrealistisch verhaal over een naamloze stuntrijder, in de film Driver genoemd, die ’s nachts bijverdient als chauffeur bij roofovervallen.

Driver, steevast gestoken in een satijnen jack met een enorme gouden schorpioen op zijn rug, is een kruising tussen wraakengel Clint Eastwood in de Leone-films en de emotieloze huurmoordenaar Alain Delon in Le Samourai. Zijn solitaire, goed geoliede bestaan wordt op zijn kop te gezet als hij zich ontfermt over zijn lieftallige buurvrouw Irene en haar zoontje Benicio.

Driver wordt gespeeld door Ryan Gosling, die momenteel bezig is met een mooie serie (Blue Valentine, The Ides of March, en een klein maar hilarisch aandeel in Crazy, Stupid, Love). De producenten wilden zo graag Gosling in de hoofdrol, dat hij zelf zijn regisseur mocht kiezen. Aanvankelijk ging men uit van een big budget- Hollywoodfilm van zo’n zestig miljoen dollar, maar doordat Gosling koos voor een tamelijk onbekende Europese regisseur bleef daar nog maar vijftien miljoen van over.

De keuze voor de eigenzinnige Refn – bekend van de keiharde Pusher-trilogie, het buitensporige gevangenisdrama Bronson en het mythische Valhalla Rising – is een zegen voor de film, want in plaats van dure actiesequenties en grote sterren, richt Refn zich op de personages en het verhaal. En doordat de film nergens de wetten van de actiefilm volgt, blijft het tot het einde onduidelijk – en dus spannend – hoe het zal aflopen met Driver, die het aan de stok krijgt met de maffia.

Refns strakke regie (er wordt geen woord teveel gezegd in Drive), het fraaie camerawerk van Newton Thomas Sigel (Three Kings, The Usual Suspects) en de sexy, jaren tachtig technoscore van Cliff Martinez zorgen ervoor dat de film een herkenbare eigen stijl heeft. Gosling en Carey Mulligan (buurvrouw Irene) hebben duidelijk chemie, en de bijrollen in Drive worden uitstekend ingevuld, met als hoogtepunt komiek Albert Brooks, die ‘against type’ is gecast als meedogenloze maffioso. En wat doet het er dan nog toe dat er in Drive, ondanks de titel, opvallend weinig achtervolgingsscènes zitten?