Wat een heerlijke, fantastische rommel. Nadat Roland Emmerich in Independence Day, The Day After Tomorrow en 2012 drie keer de wereld liet vergaan, wilde de blockbusterkoning een keer iets anders. Het werd een kostuumdrama over Shakespeare. Of preciezer, een kostuumdrama over de van tijd tot tijd opspelende ‘Oxfordiaanse’ theorie dat ’s werelds beroemdste toneelstukken niet van een ongeletterde plebejer zijn, maar in werkelijkheid van Edward de Vere, de zeventiende Graaf van Oxford. Een theorie die bijna niemand serieus neemt.

Intrige is het toverwoord van Emmerichs prachtig geënsceneerde film. Intrige en geschiedvervalsing. De theorie beweert dat De Vere in de zestiende eeuw zijn stukken niet onder eigen naam wilde laten opvoeren omdat ze hooggeplaatste figuren aan het hof van Elizabeth aanvielen. De inzet van al die intriges was, hoe kan het ook anders, de troonopvolging. Toch was ontmaskering niet het enige dat De Vere in het gelid hield. Elizabeths meest geslepen adviseurs, William en Robert Cecil, chanteerden de graaf met een geheim dat de wankele Britse monarchie bij bekendmaking de genadeklap kon geven.

Veel sotto voce overleg in achterkamertjes dus, maar Emmerich zou Emmerich niet zijn als daar geen bak spektakel tegenover zou staan. De toneelstukken die onder Shakespeare’s naam worden opgevoerd – volgens de film was de schrijver in werkelijkheid een derderangs acteur en een oplichter – zitten zo vol stunts en special effects dat het lijkt alsof Emmerich stiekem wil beweren dat de Hollywoodblockbuster de enige rechtmatige 21ste-eeuwse erfgenaam van die stukken is. Bravoure die de megalomane Duitser zou passen.

Het drama over onbeantwoord verlangen – naar liefde, naar succes, naar schoonheid – wil door al dat spektakel en de karrenvracht aan verhaallijnen, personages en adellijke titels niet helemaal van de grond komen. Toch kan Anonymous niet worden afgeserveerd als louter historische soap. Daarvoor ziet het er allemaal te goed uit en wordt er te goed gespeeld, vooral door Rhys Ifans als De Vere en Vanessa Redgrave als Elizabeth. Het echte venijn zit trouwens in de staart, wanneer Emmerich in een van de laatste scènes de Britse monarchie, en daarmee misschien de hele Oude wereld – die hij zelf achter zich liet door naar de VS te verhuizen – ontmaskert als een moreel verrot, incestueus Avondland.

Maar goed, Shakespeare wel zijn of niet zijn, dat is uiteindelijk de vraag niet . Wat maakt het uit wie die stukken schreef? In weerwil van Emmerichs film en van Hollywoods sterrencultus klinken Gustav Flauberts woorden: ‘De mens is niets , het werk is alles.’