Het is voorstelbaar dat Sir Arthur Conan Doyle zich even omdraaide in zijn graf toen in 2009 Guy Ritchies interpretatie van zijn klassieke detectivehelden in de bioscoop verscheen. In de vertolking van Robert Downey Jr. en Jude Law mompelen Sherlock Holmes en Dr. Watson quasi-gevatte oneliners terwijl ze in slowmotion de vloer aanvegen met allerhande negentiende-eeuws gespuis. En het avontuur dat ze beleefden was niet eens gebaseerd op een oorspronkelijk verhaal.

Geen voer voor puristen kortom, al zijn er wel degelijk veel authentieke elementen in de film verwerkt: het gezamenlijke appartement aan Baker Street, Holmes’ bizarre experimenten en drugsgebruik, femme fatale Irene Adler, politie- inspecteur Lestrade, de pijp, de viool, de vermommingen.

En op zichzelf was Sherlock Holmes gewoon een heel onderhoudende popcornfilm. Vooral dankzij de twee hoofdrolspelers, kibbelend als een homostel in ontkenning, en de luchtige, avontuurlijke toon.

Sherlock Holmes: A Game of Shadows brengt geen grote wijzigingen aan in de formule. Wel heeft ditmaal – heel losjes – een oorspronkelijk verhaal als inspiratie gediend: The Final Problem uit 1893 . Holmes raakt verstrikt in een kat-en-muisspel met zijn aartsvijand Professor Moriarty ( Jared Harris). Via een geheimzinnige zigeunerin ( Noomi Rapace, die na haar overrompelende hoofdrol in de Millennium-films weinig te doen heeft) worden Holmes en Watson naar een Frans anarchistenbolwerk , een Duits woud en ten slotte een Zwitsers kasteel gelokt. Fraaie locaties, al valt moeilijk na te vertellen hoe ze precies met elkaar verbonden zijn.

Nee, op basis van het meanderende verhaal verdient deze Sherlock Holmes geen aanbeveling. De elementen die van het eerste deel zulke vermakelijke pulp maakten, zijn daarentegen niet minder effectief. Downey Jr. en Law vormen nog steeds een aanstekelijk duo en de actie is lekker vet in beeld gebracht. Ook aardig is Stephen Fry als Holmes’ minstens zo excentrieke broer Mycroft.

Het slot laat, hoe kan het ook anders, ruimte open voor een derde deel. Dat hoeft niet erg te zijn – Doyle schreef meer dan vijftig Holmesverhalen, dus een gebrek aan inspiratie hoeven de scenaristen niet te hebben. Wie weet gaat die oude speurneus James Bond nog achterna.