Het zal niet eenvoudig zijn het juiste publiek naar Moneyball te lokken, want de film is nou net niet wat hij op het eerste gezicht lijkt. Ja, de hoofdrol wordt gespeeld door Brad Pitt, en ja, de film gaat over het gedenkwaardige 2002-seizoen van honkbalteam de Oakland Athletics. Maar nee, dit is geen stervehikel, en het is ook geen typische Hollywood-sportfilm met een inspirerende climax in de derde akte.

In Moneyball is natuurlijk wel honkbal te zien, maar de actie speelt zich meer af in het clubhuis dan op het honkbalveld. Pitt speelt Billy Beane, de manager van de Oakland Athletics, die aan het begin van de film moet toezien hoe zijn beste spelers worden weggekocht door de concurrenten uit New York en Boston, die met veel grotere budgetten kunnen werken dan hij. De oude wijsheid dicteert dat je die topspelers dan vervangt door net iets minder goede topspelers, maar Beane beseft dat je zo altijd achter de feiten blijft aanlopen.

Zijn aha-erlebnis ontstaat wanneer hij statisticus Peter Brand ontmoet. Brand is een dikke jongeman die zelf nooit gehonkbald heeft (fijn ingehouden gespeeld door Jonah Hill) en wellicht juist daarom alleen kijkt naar harde, verifieerbare data over spelers. Uit die data blijkt dat veel spelers die bij de scouts niet populair zijn – en dus goedkoop – wel degelijk een belangrijke rol kunnen spelen in een team.

En zo verzamelt Beane een groep spelers om zich heen die volgens de traditionele scouts kneusjes zijn, mislukkelingen. Dikke spelers , spelers met lelijke vriendinnen (wat volgens de scouts duidt op weinig zelfvertrouwen), pitchers met een afwijkende manier van gooien, etc.

Moneyball is een monument voor die zogenaamde mislukkelingen. En veel lol in de film zit hem in de strijd die Beane en Brand moeten leveren om de rest van de wereld van hun gelijk te overtuigen. Dat zou een technisch verhaal kunnen worden , maar de noodzakelijke informatie om het verhaal ook als honkballeek te kunnen begrijpen, wordt hapklaar en smakelijk opgediend. Met dank aan scenarioschrijver Aaron Sorkin, die in The Social Network al had bewezen ook juridische dialogen spanning en humor te kunnen meegeven.

Regisseur van Moneyball is Bennett Miller (Capote), die het project in 2009 overnam van Steven Soderbergh. Soderbergh zag de film als semi-documentaire, maar dat ging filmstudio Sony Pictures veel te ver. Millers versie is inderdaad wat traditioneler. Met in flashbacks aandacht voor Beane’s eigen mislukte carrière als profhonkballer, en (overbodig veel) aandacht voor zijn liefdevolle relatie met zijn dochter. Die scènes voelen als een knieval voor het grote publiek, maar verder is de film eigenzinnig, eerlijk en bijzonder onderhoudend.