Een 9,66, dat kreeg de tragikomische roadmovie Hasta la vista op het afgelopen Noorderlijk Film festival van het publiek. Een 10- dus. Dat is te veel, maar onweerstaanbaar is de film wel.

Winnaars van publieksprijzen hebben altijd één ding gemeen: je kunt er zowel om lachen als om huilen. Wat dat betreft zit het wel goed met Hasta la vista, waarin drie gehandicapte vrienden naar een speciaal Spaans bordeel gaan om hun maagdelijkheid te verliezen.

Zo politiek correct als bovenstaande zin is de film gelukkig niet. Philip, een eigenwijze snotneus die vrijwel volledig verlamd is, is namelijk verfrissend direct. ‘Ik wil poepen!’ (=Vlaams voor neuken), roept hij door het revalidatiecentrum. Het is dan ook zijn idee om naar het Spaanse bordeel te gaan, ‘een luxe hoerenkot, speciaal voor gasten als wij.’

Aanvankelijk willen vrienden Lars (een terminale kankerpatiënt in een rolstoel) en de timide, vrijwel geheel blinde Jozef daar niets van weten, maar al snel vallen ook zij voor het idee. En vanaf dat moment beginnen de problemen: ouders die op een zijspoor moeten worden gezet, het vinden van een juiste chauffeur, onderlinge spanningen, opspelende ziekten, enzovoort.

Probleem van de film is dat je gewapend met bovenstaande kennis al een heel aardig idee hebt van welke kant het allemaal op zal gaan. Echt verrassend wordt Hasta la vista inderdaad nergens. Daar staat tegenover dat de toon in de film perfect is. Regisseur Geoffrey van Enthoven maakt van zijn gehandicapte drietal geen stelletje zielepieten, maar echte mensen met elk hun eigen zwakheden.

Philip steelt de show. Hij kan niets bewegen, behalve zijn mond, maar die staat dan ook nooit stil. Hij is tactloos, egoïstisch en verbaal bijzonder agressief. Maar ook scherp, ondernemend en ondanks zijn beperkingen opvallend levenslustig.

Philip wordt gespeeld door Robrecht Vanden Thoren, en die doet dat zo goed dat je er van overtuigd bent dat hij gespeeld wordt door iemand die zelf ook gehandicapt is. Totdat regisseur Enthoven die illusie verbreekt door een veel te symbolische scène tegen het einde van de film.

Dat einde is sowieso niet het sterkste punt van de film. Maar dat is wel weer passend in een roadmovie, waarin het nooit gaat om de bestemming, maar om de weg ernaartoe.