Nog voor het hoogtepunt van de financiële crisis eind 2008 maakte de Oostenrijkse regisseur Erwin Wagenhofer de documentaire Let’s Make Money, die enkele interessante inzichten oplevert.

Vijf jaar geleden verraste Wagenhofer met de confronterende documentaire We Feed the World, over het  corrupte reilen en zeilen in de voedingsindustrie. Beelden van spartelende , op elkaar geplakte lichtgele kuikentjes – stuiterend op een lopende band – gaven de kijker al een onbestemd gevoel. Toen diezelfde kuikentjes later als gladgestreken kippen nietsvermoedend werden opgehangen, de fileermessen tegemoet tredend, was de afschuw compleet. Natuurlijk was al lang bekend dat alles moet wijken voor onze huidige consumptiemaatschappij, maar de filmische manier waarop Wagenhofer dit in beeld bracht legde de vinger treffend op de zere plek.

In Let’s Make Money neemt de regisseur de kijker met eenzelfde kritische blik mee naar continenten over de gehele wereld en wordt duidelijk dat ons mondiale financiële systeem één grote zeepbel is. Inhoudelijk toont de film gelijkenissen met Michael Moores Capitalism: A Love Story, maar de aanpak van Wagenhofer is radicaal anders. Waar Moore zijn onderwerp hapklaar presenteert en manipuleert, gaat Wagenhofer meer observerend te werk. Zijn sprekers krijgen alle tijd en ruimte hun verhaal te doen en de regisseur is voorzichtig om onderlinge verbanden ook maar te suggereren. Gevolg is dat Let’s Make Money, in tegenstelling tot Capitalism: A Love Story, qua structuur aanvoelt als een aaneenschakeling van losse scènes en zich, tengevolge van de droge opsomming, wat lang rekt.

Voor de slotsom maakt het allemaal niet veel uit: hebzucht , korte termijn denken en een gebrek aan ethische bezwaren bij rijke ondernemers leiden tot een oneerlijke maatschappij, waarin het verschil tussen arm en rijk alleen maar groter wordt. Het is een kwestie van tijd voor de zeepbel knapt, geeft Wagenhofer de kijker mee. En gelijk had de cineast.