Acteur Philip Seymour Hoffman vestigde een reputatie als vertolker van schijnbaar doorsnee types met zonderlinge kantjes die zich in het geheugen nestelen. ‘Er zijn in Hollywood veel acteurs die het al heel wat vinden hun beroemde hoofd te laten zien. Ik creëer liever dan dat ik poseer.'

De feiten
Geboren: 23 juli 1967, Fairport, New York ( VS).
Actief als: acteur.
Eerste film: Triple Bogey on a Par Five Hole (1991).

Prijzen oa: Oscar, Golden Globe, BAFTA, Independent Spirit Award, Critics Choice Award voor Capote (2006); Oscar- en BAFTA- nominaties (2008) voor zijn bijrol in Charlie Wilson’s War; Saturn Award (2007) voor zijn bijrol in Mission: Impossible III; Golden Satellite Award (2000) voor Flawless; Screen Actors Guild Award beste gehele cast voor Boogie Nights (1998 ), Magnolia (2000), Almost Famous (2001) en Capote (2006).  

Beste film
Capote (2006). Hoffman beet zich negen maanden vast in de rol van de beroemde, excentrieke schrijver en een bevalling wérd het. Hij verloor kilo’s gewicht, leerde een totaal nieuwe lichaamstaal aan, en kon de typerende falsetstem niet meer afzetten in zijn vrije tijd. Ondanks Capote’s nadrukkelijke maniertjes, wist Hoffman de vernietigende tweestrijd die zich in hem afspeelde, invoelbaar te maken.
Ook zien: Magnolia, Boogie Nights, Almost Famous en Happiness.

Slechtste film
Onvindbaar in Hoffmans oeuvre. Wel matige films die door zijn verschijning opleefden: het derde Hannibal Lecter-vehikel Red Dragon (2002) bijvoorbeeld, waarin hij Freddie Lounds speelde. Hoffman zei erover tegen Cinema.nl: ‘Op papier zag het er geweldig uit, met een topcast. Maar toen we eraan begonnen, vloeide alles weg. Het was ieder voor zich. Geld incasseren, en wegwezen.' Ook wist hij de emotionele koelte even uit Cold Mountain (2003) te halen als de door wroeging verscheurde dominee die zijn minnares verdrinkt.

Handelsmerk
In krap 14 jaar speelde Hoffman in 40 films vaak bijrollen van op het oog doodgewone types die onder de oppervlakte nogal wat eigenaardigheden herbergen: zonderlingen in de kantlijn. Zijn optredens - hoe bescheiden soms ook - worden unaniem de hemel in geprezen, of hij nu tussen mindere goden speelt, of wordt omgeven door een ijzersterk ensemble zoals in Magnolia, Boogie Nights, Almost Famous en Happiness. Opvallend genoeg speelde Hoffman in zijn twee bekendste hoofdrollen (als travestiet in Flawless en als de buitenissige schrijver in Capote) juist overduidelijke paradijsvogels.

Hoffman over Hoffman
'Ik zie mezelf niet als een bijrol-speler. De grootte van de rol doet er niet toe. Kijk naar Sean Penn en Gary Oldman. Of Meryl Streep. Spelers die acteren als kunst beschouwen, en niet als een kunstje . Er zijn in Hollywood veel acteurs die het al heel wat vinden hun beroemde hoofd te laten zien. Ik zoek mijn heil ergens anders. Ik creëer liever dan dat ik poseer.'
Cinema.nl, 2004

‘In Flawless had ik voor het eerst een dragende rol. Ik had niet in de gaten wat daarbij komt kijken. Ik kreeg te maken met allerlei vreemde types. De zogenaamde populaire pers. Het is behoorlijk verwarrend als mensen met een bloedserieus gezicht vragen waar je je schoenen pleegt te kopen. Ik heb daar nog steeds moeite mee. Alleen geef ik nu keurig antwoord. Dat is het meest efficiënt.'
Cinema.nl, 2004

'Mijn moeder had een belangrijke post in de Democratische Partij in de buurt. Mensen kwamen bij ons langs en gaven speeches in de tuin, ik rebelleerde daartegen. Toen ik ouder was en bewuster werd van hoe de politiek en de democratie in elkaar steekt, groeide mijn interesse. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat ik deze documentaire maakte. Het was een kans mezelf bij te spijkeren over hoe in Amerika het verkiezingsproces verloopt en hoe er met politieke hangijzers wordt omgegaan.'
BBC, 2002 (over de documentaire Last Party 2000)

‘Research voor deze film heeft mijn leven veranderd, het heeft mijn blik op vrijwel alles permanent gewijzigd. De ambitie , de drive, het middelpunt van de belangstelling willen zijn, de drang naar succes… die huizen ook allemaal ergens in mij.’
CBS 60 Minutes, 2006 ( over zijn voorbereiding op Capote)

‘Als ik denk dat het niet goed gaat, ben ik onaangenaam. Dat is mijn neurose, begrijp je? Als ik het idee heb dat ik mijn werk niet goed doe en ik weet niet hoe het moet, of als ik bang ben, dan ben ik akelig gezelschap.’
CBS 60 Minutes, 2006

‘Goed werk is het enige waar ik jaloers van word. IJdelheid is iets dat je alleen maar in de weg zal staan bij het leveren van goed werk. En uiteindelijk, als je werkelijk ijdel bent, geef je meer om je werk dan om hoe je er in je werk uitziet. Ik zie mezelf als een behoorlijk ijdel persoon, als het daar op neerkomt.’
The Observer, 2006

‘Veel mensen omschrijven me als mollig, wat een beetje makkelijk is, zo voor de hand liggend . Of plomp. Of bleek. Of rossig. Er zijn zoveel andere keuzes. Wat dacht je bijvoorbeeld van dom? Ik bedoel, ik ben best een dommig persoon. Hoe dan ook, ik word nooit op een aantrekkelijke manier beschreven. Ik wacht nog steeds tot iemand eens zegt dat ik schattig ben. Maar dat heeft nog niemand gedaan.’
LA Times, 1998

‘Sommige mensen zijn het niet met me eens, maar Scent of a Woman was mijn doorbraak. Ik werkte in een buurtsupermarkt toen ik voor die film gecast werd. Sindsdien heb ik nooit zonder acteerwerk gezeten. Dat is ongelofelijk.’
NOW, 1999

‘Ik heb er maanden over gedaan om erachter te komen wat hij in godsnaam met zijn mond, tong en kin deed , om zo’n geluid te produceren. Het is niet slechts een kwestie van met een hoog stemmetje praten, dat klinkt niet uniek. Mijn mond werkt heel anders dan die van hem. Het was moeilijk om het tussendoor los te laten en weer op te pakken. Ik hou er niet van om het zo te moeten zeggen, maar het was net een wedstrijd hardlopen; als je een pauze neemt, lig je eruit.’
The Guardian, 2006 ( over Capote)

'Als ik niet in Boogie Nights of Flawless had gespeeld, hadden mensen niet gedacht dat ik een homo zou zijn. In The Talented Mr Ripley speelde ik een erg heteroseksuele man, maar wel een dandy. Ik lees soms dat mensen denken dat ik gay ben, en dan denk ik “fantastisch!” Ik beschouw het als een compliment.'
The Guardian, 2006