Het Filmmuseum vertoont de komende weken de vijftien uur durende, gerestaureerde televisieserie Berlin Alexanderplatz van Rainer Werner Fassbinder. Wat Freud voor de psychologie had betekend en Marx voor de sociologie, wilde Fassbinder voor de film zijn.

De feiten
Geboren: 31 mei 1945, Bad Wörishofen, Beieren.

Gestorven: 10 juni 1982, München, aan een overdosis.

Actief als o.a.: regisseur, acteur, producer, scenarioschrijver.

Eerste film: Liebe ist Kälter Als der Tod (1969), zijn eerste korte film was Der Stadstreicher (1966, 10 min)

Prijzen o.a.: Gouden Beer voor Die Sehnsucht der Veronika Voss in 1982; Gouden Palm-nominatie voor Angst Essen Seele Auf in 1974 en Despair in 1978; prijs voor beste regisseur op het Duits Filmfestival voor Warum Laüft Herr R. Amok in 1971, voor Despair in 1978 en voor Die Ehe der Maria Braun in 1979.

Beste film
Die Ehe der Maria Braun (1979). Het ethische en en morele slagveld van Duitsland in en na de oorlog wordt vlijmscherp gepersonifieerd door de sexy Maria Braun die haar leven op ijskoud opportunisme bouwt. Fassbinders brak internationaal door met Maria Braun.
Ook zien: twee andere portretten van (na)oorlogs Duitsland; Lola ( 1981) en Lili Marleen (1981). Angst Essen Seele Auf (1973).

Slechtste film
Warum Läuft Herr R. Amok? (1969). Het was snobistisch dat Fassbinder de clou weggeeft in de titel. Hij vond dat de film het niet hoefde te hebben van de climax, maar van de aanzet, waarin het hoe en waarom van R.'s uitbarsting wordt verklaard. Fassbinder deed er nog eens een schep bovenop met de trage aanloop.

Handelsmerk
Wanhoop, wreedheid, xenofobie. Fassbinder bracht zijn donkere visie op de mens en maatschappij compromisloos naar het scherm. Eerst in een sobere, theaterachtig opzet, later vormde het melodrama vaak de kapstok. Naar eigen zeggen wilde hij films maken die net zo prachtig en voor iedereen begrijpelijk waren als die uit Hollywood, alleen dan niet zo onecht. Cameramannen hadden overigens weinig meer in te brengen dan hun technische kunde. Fassbinder bepaalde uitdrukkelijk zelf de kadrering, kleur en belichting van ieder shot.

Fassbinder over Fassbinder
'Ik heb nooit gezegd dat ik naar Hollywood wilde, maar ik zou wel graag naar New York gaan. Ik heb geen interesse om naar Hollywood te gaan om daar een film te maken. Maar ik heb altijd gezegd dat, als ik in een ander land een film moet maken die ook echt over dat land gaat, dat ik daar dan ongeveer twee jaar zou moeten leven. Als ik op een dag besluit om werkelijk twee jaar in New York te gaan leven, dan zou ik misschien daarna ook in Hollywood een film willen maken. Maar alleen dan.'
(Evangelischer Filmbeobachter, 1982)

'De Amerikaanse methode om ze [ melodramatische films] te maken, laat het publiek alleen achter met emoties. Ik wil dat de toeschouwer niet alleen de emoties voelt, maar ook zijn eigen gevoelens gaat analyseren.'
(New German Critique, 1977)

'Misschien speel ik met vuur, maar joden zouden in Duitsland meer onderwerp van discussie moeten worden. Men weet zo weinig van hen dat velen van mijn generatie slechts naar hen kunnen raden. Dat is net zo slecht als openlijke vijandigheid. Het gebruiken van het oude cliché van de gierige jood als schokeffect is een goede manier om de discussie aan te gaan.'
(Fassbinder in 1976 over zijn als antisemitisch bestempelde toneelstuk Der Müll, die Stadt und der Tod)

'Ik merk dat ik agressie oproep. Ook als ik vriendelijke of ongecompliceerde films maak, zijn er mensen die zich daarover opwinden: maar ik ben zelf niet de aangewezen persoon om uit te maken waar dat aan ligt.'
(Het Parool, 1982)

'Je hebt ontzettend veel moed nodig om zo naïef te durven zijn als Hitchcock toen hij Marnie maakte. Pas als je je niet geneert voor die naïviteit, kun je films maken die echt mooi en aangrijpend en meeslepend zijn.'
(Vrij Nederland, 1981)

'Ik kan geen vaders verzinnen omdat ik zelf nooit een vader heb gehad. Zo simpel ligt dat. Of toch weer niet, want ik heb in mijn scenario's wel vaak broers en die heb ik zelf ook niet. Maar de behoefte aan iemand die in de buurt is en met wie je contact hebt, of weet ik veel, die heb ik wel gekend en misschien nog. Dat is een concreet gemis en dat kun je invullen in je fantasie. Een vader heb ik nooit gemist en zelfs toen ik dacht dat ik hem miste, vergiste ik me.'
(Vrij Nederland, 1981)

'Verhalen zijn in films onbelangrijk, ze zijn een aanleiding. Als een film emoties of dromen activeert, waardoor je ziet wat je mogelijkheden zijn of je onmogelijkheden, waardoor je je angsten kunt overwinnen, of leert met wie of wat in je omgeving je solidair moet zijn, dát is belangrijk.'
(Vrij Nederland, 1975)