In Goud slaagt documentairemaker Niek Koppen er opnieuw in om overal met zijn camera binnen te komen. Zijn onderwerp: het Nederlandse vrouwenhockeyteam dat in 2006 wereldkampioen werd.

'Je moet de looplijn over de ballenkant dichtzetten!' Hockeyers zullen misschien instemmend knikken, maar voor de rest van Nederland is dit geheimtaal . En dat zal zo blijven, ook na het zien van de documentaire Goud, over het voor het Nederlandse vrouwenhockeyteam zo succesvol verlopen WK in Spanje in 2006.

Documentairemaker Niek Koppen was het namelijk niet te doen om het hockey of het hockeytoernooi, maar om het hockeyteam en iedereen die daar omheen hangt. Koppen liet al eerder zien dat hij goed is in het openbreken van gesloten gemeenschappen. Dat deed hij met de wereld van de vossenjacht in The Hunt, en later met politiek Den Haag in De keuken van Kok.

Ook in Goud slaagt Koppen erin om overal met zijn camera binnen te komen. We zijn getuige van de talloze overlegjes tussen coach Marc Lammers en de technische staf, zitten bij slecht-nieuws-gesprekken, en dringen zelfs binnen in de hotelkamers van de speelsters.

Dat levert veel leuke momenten op: Lammers die zich vertwijfeld afvraagt of de andere coaches ook zo moeten soebatten met hun speelsters; hockeybabe Fatima Moreira de Melo die in minibikini - en zich zeer bewust van de camera - een speelster troost; oudgediende Silvia Karres die ontploft als ze een uitbrander krijgt: 'Ik sta daar om wie ik ben, niet om wie ik moet worden!'

Een rode lijn zit er echter niet in Goud. Waarom de gal spuwende aanvoerster Minke Booij niet gevolgd, die met afstand de fanatiekste is van het stel, of de aanvankelijk geblesseerde Maartje Goderie, die net op tijd fit is voor het WK?

Het is alsof Koppen niet kon kiezen uit zoveel vrouwen (die in de film ook naamloos blijven, wat behoorlijk verwarrend is). Nu wordt de aandacht over alle vrouwen van het team verdeeld, met als gevolg dat niemand echt uit de verf komt.