'Steve McQueen vecht voor de waarheid in Bullitt!' Het zal indertijd serieus bedoeld zijn, maar het aanprijzende filmpje voor Bullitt (1968) dat de nadruk legt op het realistische karakter van de film, doet nu een beetje lachwekkend aan - zeker als de commentaarstem het zo parmantig verkondigt. Het filmpje is te vinden op de dvd-uitgave van Bullitt.

Naast een special edition van Bullitt (twee discs) verscheen dezer dagen nog een Steve McQueen-klassieker op dvd: The Getaway (1972, regie Sam Peckinpah). In het voorjaar verscheen in de Verenigde Staten een dvd-box waarin deze twee films plus The Cincinatti Kid, Papillon, Tom Horn en Never So Few opgenomen waren: The Essential Steve McQueen Collection. In Nederland moeten we het (helaas) doen met Bullitt en The Getaway.

Vooral de special edition van Bullitt is zeer de moeite waard. Daarbij vergeleken is de dvd-uitgave van The Getaway vrij karig. Bij die film is een commentaartrack toegevoegd die verzorgd wordt door vier Peckinpah-kenners. Ook is er een 'virtueel' commentaar bijgevoegd, wat wil zeggen dat je geluidsopnamen uit 1972 hoort van Peckinpah, McQueen en actrice Ali MacGraw, die de vrouwelijke hoofdrol speelde in The Getaway.

Bij Bullitt zijn drie documentaires toegevoegd. Het al eerder genoemde aanprijzende filmpje uit 1968 (een 'vintage featurette') is leuk om te zien. McQueen legt uit dat je pas echt een geloofwaardige film krijgt als je alles zo echt mogelijk houdt. Dus namen ze op in een echt ziekenhuis, met echte verpleegsters en artsen , en in een echt architectenbureau met personeel dat daar ook echt werkte. McQueen lijkt het jammer te vinden dat er toch nog acteurs in de film moesten, zoals hijzelf.

Een langere, nieuwe documentaire - Steve McQueen: The Essence of Cool - is een mooi, gedegen portret van McQueen dat zijn volledige carrière beslaat. Van zijn begin als tv-acteur tot zijn dood aan asbestkanker in 1980. Collega's, ex-en en vrienden vertellen over McQueens sex-appeal, zijn opvliegende karakter, zijn hang naar gevaar - hij hield van snelle auto's en motoren, en als het een beetje kon, deed hij zijn stunts zelf. Inclusief de fameuze auto-achtervolging op hoge snelheid in Bullitt.

De documentaire zit vol archiefmateriaal, zodat de ontwikkeling van McQueen als acteur goed te zien is. In zijn eerste rollen zocht hij nog erg naar een eigen stijl. 'Hij kon niet beslissen of hij Marlon Brando of James Dean wilde zijn,' zoals zijn ex Neile Adams het verwoordt. Anderen vertellen over de manier waarop hij Frank Sinatra wegspeelde in Never So Few, waarin McQueen eigenlijk maar een kleine rol zou hebben, en over hoe hij in The Magnificent Seven even subtiel als doortrapt in elke scène de aandacht afleidde van Yul Brynner (die daar woedend om was). Waardoor alle recensies van de film vooral over McQueen gingen, in plaats van de toen nog grotere ster Brynner.

Regisseur Norman Jewison vertelt dat de oudere acteur Edward G. Robinson, met wie McQueen speelde in The Cincinatti Kid , niet hield van zijn acteerstijl. McQueen was volgens Jewison een 'shit-kicking actor', wat betekent dat hij veel naar zijn schoenen keek terwijl hij met iemand in gesprek was. Dat maakte Robinson kwaad: 'Hij kijkt me nooit aan!'

Naast de successen komen mislukkingen als Le Mans en An Enemy of the People aan bod. Al wordt de documentaire nergens echt heel kritisch, enige aandacht voor McQueens tekortkomingen is er wel. Aardig detail is dat zijn gezinsleden vertellen over zijn zuinigheid: hij liet als het kon altijd anderen de rekening betalen.

Ook interessant is de documentaire The Cutting Edge: The Magic of Movie Editing die eveneens op de dvd is toegevoegd. Een goed gemaakte film over het onderschatte vak van de editor, en de kunst van het monteren. Wat die documentaire op de dvd van Bullitt doet, is minder duidelijk. Bullitt komt even voor in de documentaire, maar speelt er geen rol van betekenis in. Naar verluidt zijn er ook plannen om de documentaire los op dvd uit te brengen, wat logischer zou zijn.