Haar bijdrage aan het festival van het American Film Institute gaat bestaan uit de presentatie van enkele films die haar werk hebben geïnspireerd. Werk dat halverwege de jaren ’50 en begin jaren ’60 de filmwereld op zijn kop zette.

Varda’s debuut La Pointe Courte uit 1955 wordt gezien als een belangrijke inspiratiebron voor François Truffaut’s Les Quatre Cents Coups en Jean-Luc Godards À Bout de Souffle. Met haar tweede film, Cléo de 5 à 7 van zeven jaar later, vestigt ze zichzelf definitief tussen die twee als onderdeel van de fameuze Nouvelle Vague, de iconoclastische Europese filmstroming uit de jaren zestig.

Anders dan haar bekendere collega’s kwam Varda niet bij het filmtijdschrift Cahiers du Cinéma vandaan. Met haar kunstenaarsachtergrond en politiek linksgeoriënteerde visie is ze door journalisten achteraf onderverdeeld bij de leden van de zogenaamde Rive Gauche, waar ook regisseurs als Alain Resnais en Chris Marker onder vielen. Haar, en hun, films zijn even radicaal en experimenteel als de werken van Godard en Truffaut, maar minder beïnvloed door vroegere cinema en des te meer door literatuur en andere kunstvormen.

Meer dan veertig van die films heeft de Française vandaag de dag op haar naam staan; speelfilms, korte films en documentaires. Maar het witte doek heeft ze inmiddels grotendeels de rug toegekeerd: tegenwoordig focust Varda zich voornamelijk op haar fotografie en video-installaties.

De organisatie van het festival verwacht ergens deze maand details bekend te kunnen maken over Varda’s programma. Artistiek directeuren van de afgelopen jaren waren onder andere Bernardo Bertolucci, Pedro Almodóvar en David Lynch. Dit jaar wordt de 42ste editie van het AFI Fest gehouden, sinds het in 1971 begon als FILMEX.