‘Festen
was in 1999 per ongeluk een hit in de bioscoop’, zegt Caspar Sonnen,
medeoprichter van het openluchtfilmfestival Pluk de Nacht. ‘Van dat soort films
zijn er nog veel meer. Alleen halen die de bioscoop niet of nauwelijks. Daar
willen wij ons met Pluk de Nacht voor inzetten: om met kwetsbare films een grote
groep mensen te bereiken.’
Donderdag begon de zesde editie van het
filmfestival, dat volledig draait op vrijwilligers. Ook dit jaar speelt het zich
weer af op het Stenen Hoofd, een pier aan het IJ in het westelijk havengebied
van Amsterdam. Tien dagen lang zijn hier speelfilms, documentaires, korte films
en animaties te zien op een groot scherm. Elke avond staan voor de eerste
vijfhonderd enthousiastelingen strandstoelen klaar. De laatkomers kunnen
plaatsnemen in het gras. Vuurkorven en dekens moeten de toeschouwers op
temperatuur houden tijdens een minder warme zomeravond.
Vorig jaar
was het festival een groot succes met ruim 15.000 bezoeken. ‘We schrikken daar
af en toe ook zelf van’, zegt Sonnen. ‘Pluk de Nacht is na het IDFA eigenlijk
het tweede filmfestival van Amsterdam.’ De organisatie telt niet alleen de
toeschouwers op het Stenen Hoofd mee, want het festival is meer dan dat. Na tien
dagen verplaatst Pluk de Nacht zich naar cultureel centrum Studio K in
Amsterdam-Oost. Vorig jaar reisde het festival ook nog door het land. Deze
editie is dat door een kleinere begroting niet mogelijk.
Na vijf
festivals maakt Sonnen zich geen zorgen meer of een film bij het publiek in de
smaak valt. ‘Een paar jaar geleden draaiden we Working Men’s Death, een
documentaire met een 20 minuten durende scène in een Nigeriaans abattoir. Het
regende hard en op de soundtrack klonk het gekrijs van lammetjes. Toch zaten
zeker driehonderd mensen de film uit. Zij waren tot op hun onderbroek doorweekt
, maar vonden het een louterende ervaring. Als beloning deelden we na afloop
gratis thee uit.’
Dat soort enthousiasme is in de bioscoop niet te
creëren, zegt Sonnen. ‘Onze films zijn vaak te edgy en dus lastig aan de man te
brengen.’ Dat dat op Pluk de Nacht wel lukt, komt volgens Sonnen doordat ‘
Nederlanders echte festivalgangers zijn, zeker met mooi weer.’ Niet onbelangrijk
is de gratis toegang, moet hij toegeven. Daardoor bereikt het festival ook
mensen die niet uit zichzelf naar typische filmhuisfilms zouden gaan. ‘En als ze
de film niet leuk vinden, kunnen ze altijd nog genieten van het uitzicht, de
muziek na afloop en de lekkere pizza’s.’
Gisteren opende Pluk de
Nacht met Autumn Ball, de debuutfilm uit 2007 van de Estse regisseur Veiko
Õunpuu. Volgens Sonnen is de film te vergelijken met de culthit
Happiness (1998) van Todd Solondz, ‘alleen dan nog cynischer en harder’. De
organisatie was zo enthousiast over de film dat zo ongeveer het belangrijkste
principe overboord werd gegooid. Autumn Ball is, door het doorzettingsvermogen
van Pluk de Nacht, vanaf oktober wél te zien in de bioscoop. Dan dus niet op een
strandstoel, maar een pluchen bioscoopfauteuil.
Kwetsbare films in de open lucht
Openluchtfilmfestival Pluk de Nacht
De zesde editie van het openluchtfilmfestival Pluk de Nacht is gisteren begonnen. In de stromende regen kijken naar een Nigeriaans abattoir: ‘louterend’.