Het FFF is nagenoeg volwassen

Volgend jaar hopelijk meer geld en gasten voor 19e Festival van de Fantastische Film

Kevin Toma ,

Jan Doense toonde zich een tevreden man, afgelopen woensdag tijdens de slotavond van het 18e Festival van de Fantastische Film. Terwijl zijn festival achter de schermen kampte met fikse financiële en logistieke tegenslagen, zaten de zalen behoorlijk vol en was de sfeer goed. En door het handig uitgebuite bezoek van ster-regisseur Paul Verhoeven kreeg het festival ook nog ongekende aandacht van de pers. 'Het interview dat Hans Beerenkamp zaterdagavond had met Verhoeven is per ongeluk op tape opgenomen,' grapte Doense. 'Die band kunnen we straks verkopen om het gat te dichten.'

In 1984 organiseerde Doense het festival voor het eerst, toen nog in de vorm van een tweenachtelijke filmmarathon voor de Nederlandse horror-, SF- en fantasy -incrowd. Het spoorboekje van het laatste festival citeerde trots het Utrechts Nieuwsblad, dat zich destijds afvroeg of er nog niet genoeg ellende in de wereld was. Inmiddels is de fantastische film salonfähig geworden, waar het FFF op inhaakte met een week vol korte en lange speelfilms, talkshows, prijsuitreikingen en een heus symposium. 'We worden serieus genomen door pers èn subsidiegevers,' zegt mede-organisator en programmeur Phil van Tongeren. 'En verder voelen we ons in ons bescheiden hoekje best comfortabel. Laat een groot deel van de mensheid maar zijn neus blijven ophalen voor dit soort films.'

Festivalgangers hoeven niet te hopen op een verdere uitbreiding volgend jaar. Een duur van twee weken ziet Van Tongeren bijvoorbeeld niet zitten. 'Ons festival richt zich op een specifiek soort film en vist daarom in een kleine vijver. Breid je dat uit tot twee weken, dan heeft dat zeer waarschijnlijk tot gevolg dat je films moet programmeren die nu niet door de eerste selectie waren gekomen. Om al die slots te vullen. Juist dit jaar zijn we over de programmering erg tevreden.'

Dat mag ook wel. Het festival toonde zich uiterst divers met een ruim aanbod aan fantastiek uit Azië, verschillende retrospectieven en een hoofdprogramma dat reikte van no-budget experimenten als het vrijwel dialoogloze Soft for Digging tot publieksvriendelijke bloederigheid als Blade II . Ook voor de digitale cinema was plek ingeruimd, onder meer door het technisch revolutionaire Vidocq als openingsfilm te boeken. Alleen het SF-genre was zwaar ondervertegenwoordigd. 'Een vlak product als Impostor zou in een jaar vol spetterende SF zeker niet op mijn verlanglijstje hebben gestaan,' aldus Van Tongeren.

Het festival vond dit jaar voor het eerst plaats op verschillende lokaties rond het Leidseplein, met de Balie als zenuwcentrum. Het heen en weer lopen tussen de Balie, de Melkweg en het City-theater versterkte het gevoel op een echt festival te zijn. Jammer alleen dat je dan soms in een publiek belandde dat helemaal niet voor de fantastiek kwam. Zo viel maandagavond in de Balie een voor een debat afgereisde stoet politici wel erg uit de toon tussen de informeel geklede festivalbezoekers. Of zouden sommige van die oude heren in pak toch stiekem voor de Koreaanse thriller Say Yes zijn gekomen?

Van Tongeren erkent dat het moeilijk was om de lokaties van een festival- uitstraling te voorzien. Dat had zeker ook met het grote gebrek aan geld te maken. Zoals Jan Doense in een eerder interview vertelde, lieten sommige sponsors het afweten en waren de nieuwe lokaties een stuk duurder dan het vertrouwde Kriterion, dat door ruimtegebrek niet meer als thuisbasis voldeed. ' Maar dat de overstap naar het Leidsplein een verstandige beslissing is geweest, staat voor ons evenwel buiten kijf,' zegt Van Tongeren.

Volgend jaar moet dus voor een sterke financiële basis gezorgd worden, zodat ook weer meer gasten naar het festival kunnen komen. 'Maar de films en hun makers blijven voorop staan,' wil Van Tongeren nog eens beklemtonen. Wat dat betreft is er op het FFF in al die jaren gelukkig niets veranderd.