Regisseur Jason Reitman werd door zijn vader onder druk gezet om een vervolg te maken op de iconische griezelfilm Ghostbusters. 'De beste Ghostbusters-film komt uit 1984. Punt. Daar komt toch nooit meer iemand overheen.'

Begin november was regisseur Jason Reitman (1977) even in Nederland voor de promotie van Ghostbusters: Afterlife, de langverwachte opvolger van horrorkomedie Ghostbusters (1984), die destijds werd geregisseerd door Jasons eigen vader, Ivan Reitman.

Afterlife speelt zich af zo’n 35 jaar na de gebeurtenissen in de eerste Ghostbusters. En niet in New York, maar op het platteland van Oklahoma. Om hem dan toch als echte Ghostbusters-film te laten voelen, moet u de essentie van die eerste film zien te vangen. Wat was die essentie?
Reitman: ‘Dat was precies waar we het vooraf uitvoerig over hebben gehad. Want was Ghostbusters nou een horrorfilm, een komedie, of toch een sciencefiction-film? Onze conclusie: allemaal tegelijk. Het goede van wat mijn vader destijds deed was een komedie maken, waarin ie de geesten en monsters toch heel serieus nam.’

Kenden alle jonge acteurs in deze film het origineel?
‘Ja, het waren allemaal Ghostbusters-fans. En Mckenna Grace [die de twaalfjarige Phoebe speelt, red.] nog het meest. Zij had zich al drie of vier keer als Ghostbuster verkleed bij Halloween. Alle jonge acteurs vertelden me dat ze er wel bang van werden als kind, maar dat ze de film toch keer op keer opnieuw wilden zien. Grappig hoe kinderen ergens heel bang van kunnen worden, maar dan zo geprikkeld worden door hun eigen angst, dat ze die ervaring meteen weer willen.’

De geesten zijn toch niet zo heel eng...
‘Nou, die bibliotheekgeest mag er nog steeds wezen. Ik sprak onlangs Steven Spielberg en die vroeg waar ik mee bezig was. Ik zei: een vervolg op Ghostbusters. En hij zei meteen: de bibliotheekgeest! Top 10 van grootste schrikmomenten ooit!’

Was een vervolg op Ghostbusters iets wat op familiediners wel eens ter sprake kwam?
Reitman lacht: ‘Mijn vader had het er altijd over! Waar ik wel een beetje door geïntimideerd werd. Want ik wilde mijn vader niet teleurstellen, maar ook de fans van die film niet. Mijn film moest het origineel waardig zijn. Uiteindelijk wist ik hoe we dat moesten aanpakken. Het moest een film over nalatenschap worden. Hoe het is om een kind van een Ghostbuster te zijn. Iets waar ik zelf natuurlijk alles vanaf weet.’

Waarom zette uw vader u zo onder druk?
‘Doet niet elke vader dat? Als je een dokter bent wil je dat je zoon dokter wordt. En een schoenmaker hoopt ook dat zijn zoon de zaak overneemt. Dat zit bijna in de genen. Je wilt iets doorgeven aan je kinderen. Het familiebedrijf van de Reitmans is verhalen vertellen. En ons verhaal is Ghostbusters.’

Jason Reitman (rechts) en Mckenna Grace op de set van Ghostbusters: Afterlife

Maar eigenlijk kon u niet anders dan falen. De originele Ghostbusters is een icoon.
‘Dat maakte het juist makkelijker! Weet je waarom? De beste Ghostbusters-film komt uit 1984. Punt. Daar komt toch nooit meer iemand overheen. Het doel van deze film is om nog een rondje te rijden in de Ecto-1. Om nog een hoofdstuk toe te voegen aan de mythologie. En om zo mogelijk het fundament te leggen voor nieuwe Ghostbusters-films in de toekomst.’

De meeste geesten en monsters in Ghostbusters: Afterlife komen niet uit de computer, maar zijn speciaal voor de film gemaakt. Onder leiding van de Nederlandse grimeur Arjen Tuiten...
‘Arjen was als kind al een grote fan van het origineel. Hij had zijn eigen Ghostbusters-pak gemaakt en vertelde me dat hij zich als kind een stuk zekerder voelde wanneer hij dat pak aanhad. Hij is nu een van de grote creature creators van Hollywood en werkte onder meer mee aan Pan’s Labyrinth. Als er iemand was die de Terror Dogs uit het origineel weer tot leven kon wekken was hij het wel. Arjen is namelijk een van de weinigen die alles kan maken, en die zijn maaksels dan ook tot leven kan wekken. Hij is een verhalenverteller, maar dan met zijn handen.

Wat er vaak schort aan veel actiefilms tegenwoordig: er staat niets meer op de set. Een superheldenfilm is gewoon een man aan touwen voor een blauw scherm. Bij deze film bouwden we echte sets, filmden we op echte locaties en lieten we de acteurs vechten met echte Terror Dogs. Dat is een heel andere manier van films maken. De taak van de regisseur en acteurs is te reageren op wat we zien en wat we horen. Hoe meer echte monsters je op de set hebt, hoe beter je kan reageren.’

Bovendien kan er dan iets misgaan. Verschillende regisseurs hebben me verteld dat foutjes op de set vaak leidden tot de beste momenten in hun films.
‘Precies. Ik weet nog dat we bij de scènes in de Walmart een Terror Dog hondenvoer uit een zak wilden laten eten. De kop van het beest bleef onverwacht vast zitten en Arjen en de poppenspelers begonnen enorm met zijn kop te schudden. Ik zag dat en riep meteen: “Fantastisch! Dat moet in de film. Het is net als bij een echte hond.”’