The Painted Bird is een film vol gruwelijkheden, maar volgens regisseur Václav Marhoul gaat hij eigenlijk over liefde. ‘Liefde kun je pas echt waarderen als je alleen met haat te maken hebt gehad.’

Een jochie van een jaar of tien rent hard door het bos. Tegen zijn borst houdt hij een fret geklemd. Al rennend kijkt hij steeds angstig achterom, want hij wordt achternagezeten door een groepje jongens. Die halen hem uiteindelijk in en werken hem tegen de grond. Ze nemen zijn vriendje af, gieten benzine over het dier heen en steken hem in brand. Samen met het jochie zien we hoe het brandende beestje wanhopig rondrent en even later dood neerploft.

En dat is nog maar het begin van de gruwelijkheden in de bijna drie uur durende film The Painted Bird van de Tsjechische regisseur Václav Marhoul. Lezers van het gelijknamige boek uit 1965 van de Poolse schrijver Jerzy Kosinski weten wat er dan allemaal nog moet komen. En dat de helletocht van het jochie – het verhaal speelt zich af aan het einde van de Tweede Wereldoorlog – nog lang niet voorbij is.

Vorig jaar op het festival van Venetië, waar de film in première ging, liepen tijdens de screening voor journalisten tientallen collega’s weg. En dat zijn dus de doorgewinterde kijkers. Bij de openbare vertoning later die dag stroomde zo’n beetje de halve zaal leeg. De chaos die ontstond tijdens die vertoning is nu al legendarisch. Zo kwam iemand hard ten val toen hij struikelde, terwijl hij naar de nooduitgang rende. En iemand anders sloeg een man vol in zijn gezicht toen die niet snel genoeg opstond om haar te laten passeren, omdat ze de film geen seconde langer kon aanzien. The Painted Bird is niet voor iedereen.

‘Er zit vrijwel geen expliciet geweld in mijn film. Het wordt allemaal gesuggereerd.’

Václav Marhoul

Joska (Petr Kotlár) in The Painted Bird.

Liefde

Dat weet ook de zestigjarige regisseur Marhoul. Tijdens het rondetafelgesprek vertelt hij de volgende dag dat hij Kosinski’s boek pas op zijn 44ste ontdekte. ‘De meeste mensen lezen The Painted Bird wanneer ze een jaar of achttien, negentien zijn, maar ik heb het boek toen gemist. Een vriend raadde me het vele jaren later aan en toen ik het las was het alsof een elektriciteitsdraad op mijn hersenen werd aangesloten. Je kunt de lezers van The Painted Bird onderverdelen in drie groepen. De eerste groep bestaat uit mensen die het niet kunnen uitlezen: “Alsjeblieft, nee, ik wil dit niet.” Die mensen stoppen na een bladzijde of twintig. En dat snap ik, dat is hun keuze.'

'De tweede groep zijn mensen die juist opgewonden raken van het geweld en de gruwelijkheden in het boek. Maar die missen volgens mij volledig wat het boek met al die gruwelijkheden wil zeggen. Want je hebt ook nog een derde groep, waar ik mezelf toe reken, met mensen die denken dat het boek over liefde gaat. Misschien verklaar je me voor gek als ik dat zeg, maar ik ben er zeker van. Wanneer je alleen met haat te maken hebt gehad, zoals het jochie, dan kun je liefde pas echt waarderen. En als je die liefde voorstelt als een klein straaltje licht, dan kun je dat straaltje het best laten zien in het donker. Want in het licht valt het weg, maar in het donker zie je het meteen. Daarom wist ik na drie bladzijden al dat The Painted Bird mijn volgende film moest worden.’

Hans (Stellan Skarsgård) en Joska (Petr Kotlár) in The Painted Bird.

Ongepast

Voor een van de collega’s is deze uitleg tijdens het rondetafelgesprek niet voldoende. Ze vraagt wat Marhoul bezielde. Er zijn immers genoeg jonge mensen die nog nooit een oorlog hebben meegemaakt en volgens haar is het daarom ongepast om hun deze gruwelijkheden voor te schotelen. De regisseur reageert eerst beledigd (‘Dan gaan ze toch lekker naar Captain America of een van die andere Marvelfilms’), maar herpakt zich snel. ‘Petr Kotlár, die het jochie speelt in de film, heb ik eerst met de beroemde Tsjechische kinderpsycholoog dr. Mertin laten praten. Ik wilde dat die zou bekijken of Petr het hele project wel aankon. Na dat gesprek concludeerde hij dat Petr een blij kind is en dat het allemaal wel goed zou komen. Dat gaf vertrouwen, omdat hij met veel probleemkinderen heeft gewerkt.'

'Ik had dr. Mertin ook het script gegeven, maar daar kreeg ik maar geen reactie op. Dat maakte me een beetje zenuwachtig en op een gegeven moment heb ik hem daarom zelf aangesproken. Ik vroeg of hij nog iets over het scenario wilde zeggen, omdat er heel heftige dingen in gebeuren. Waarop hij me minzaam aankeek en antwoordde dat hij in zijn praktijk iedere dag nog veel ergere dingen te horen krijgt. En dat is de werkelijkheid! Mijn film is fictie. Ik wil maar zeggen: er zijn niet alleen goede mensen op de wereld.'

'En wat die gruwelijkheden in de film betreft, ik had het daar gisteren nog met een van de weggelopen journalisten over. Ik vroeg hem waarom hij de vertoning halverwege verlaten had. Omdat het geweld in je film zo expliciet is, was het antwoord. Zeker weten? Ja, hij wist het zeker. Waarop ik hem vertelde dat er vrijwel geen expliciet geweld in mijn film zit. Het wordt allemaal gesuggereerd. Neem de scène waarin de molenaar met een lepel twee ogen uit iemands oogkassen wipt. Bij Tarantino zou je dat in close-up zien gebeuren, maar bij mij was de camera de hele tijd op het achterhoofd van de molenaar gericht. Ik laat er helemaal niets van zien! Maar die journalist had het wel gezien... in zijn eigen fantasie. Hij had het geweld zelf expliciet gemaakt.’

En met een glimlach voegt Marhoul toe: ‘Dat hij was weggelopen was dus eigenlijk niet om wat ik had gedaan, maar om wat hij zelf had gedaan.’

The Painted Bird is vanaf 15 oktober te zien in de bioscoop en op Picl

Meer over The Painted Bird en Václav Marhoul