In oktober 2017 werkte de Australische filmmaker Kitty Green (1984) aan een nieuw project over wangedrag en seksueel misbruik op universiteitscampussen in de Verenigde Staten. Het was de maand waarin de wereld voor het eerst kennismaakte met #MeToo, de beweging die vrouwen ertoe aanzette zich massaal uit te spreken over ervaringen met seksuele intimidatie en (machts)misbruik.
‘Ik keek naar het nieuws en iedereen had het over rotte appels, zoals Harvey Weinstein en andere seksuele roofdieren. Maar er werd niet gesproken over grotere problemen zoals systematisch seksisme, giftige werkomgevingen, een zwijgcultuur, het onderscheid tussen zogenaamde mannen- en vrouwenbanen, enzovoorts,’ vertelt Green tijdens een Zoomgesprek vanuit New York. ‘Omdat ik de focus wilde verleggen, begon ik vrouwen te interviewen die als assistent hadden gewerkt. Niet alleen in de filmindustrie, ook daarbuiten. Mijn eerste vraag was steeds dezelfde: wat weerhield je ervan op te klimmen binnen het bedrijf en een machtspositie te krijgen? Met hun verhalen is het script voor The Assistant tot stand gekomen.’
In The Assistant volgen we Jane (indrukwekkend gespeeld door Julia Garner) tijdens haar eerste, uitputtende werkdag bij een grote filmproductiemaatschappij in Manhattan. Jane arriveert als eerste op kantoor en vertrekt als laatste, voert vernederende schoonmaaktaken uit, krijgt propjes naar haar hoofd gegooid als twee assistenten haar aandacht willen trekken en staat de ‘moeilijke’ echtgenote van haar baas — een naamloze Hollywoodmagnaat die nooit in beeld verschijnt — te woord. Jane vindt de oorbel van een onbekende jonge vrouw in het kantoor van haar baas, begeleidt een andere jonge vrouw naar een intiem een-op-eengesprek met hem en zet een nog jongere vrouw af bij een hotel. Nogal verdacht. Dat vindt ook Jane, maar alles wordt weggelachen, tegengesproken of simpelweg genegeerd.