Ammar al-Beik (Damascus, 1972) is een van de Syrische filmmakers wiens films dit weekend vertoond worden tijdens Syrian New Waves in EYE. VPRO Cinema sprak hem alvast.

Je woont en werkt al een aantal jaar in Duitsland. Kun je meer vertellen over het verschil tussen films maken in Syrië en in Duitsland?
‘In Syrië had ik mijn eigen plek, maar ook een dictator. Het is erg moeilijk om onder zo’n regime een onafhankelijke filmmaker te zijn. Maar dit gaf mij juist nog meer drive om films te maken. En door ervaring leer je uiteindelijk hoe je al die obstakels kunt overwinnen. 

In Duitsland is er geen dictator, maar moet ik meer moeite doen om rond te komen. Verder vragen hier veel producenten, distributeurs en sponsors Syrische makers om beelden van de dood, bloed en geweld. Maar dat is iets wat ik niet doe en ook nooit zal doen.’

Ik las dat je keuze om films te maken een keuze voor het leven was, voor rebellie.
‘Het klopt dat dat een van de redenen is dat ik films maak, maar de belangrijkste reden is dat film de geest kan bevrijden van emoties. Film helpt me om de complexiteit van het leven te bevatten.’

Je films zijn erg politiek en persoonlijk. Je kiest ervoor om de geboorte van je dochter te laten zien in The Sun’s Incubator, en twee kleine kindjes die familie van je zijn zitten in La Dolce Siria.
‘In het echte leven is ook alles persoonlijk en hoe dan ook gerelateerd aan de politiek. Dus wanneer mijn dochter Sofia geboren wordt, dan is dat de realiteit en dus zit het in mijn film. 

En de kinderen in La Dolce Siria spelen met een camera. Hamza Al-Khateeb schreef slogans op de muur van zijn school [voor deze slogans werd deze 13-jarige jongen gevangengezet door de Syrische regering en stierf vermoedelijk in de gevangenis, red.]. Het is de realiteit zonder bloed, de realiteit zonder wapens in de handen van kinderen.’

Zie je jezelf, nu je in Duitsland woont, nog als een Syrische filmmaker?
‘Het verschilt per dag: soms ben ik Italiaans, dan weer Japans, misschien wel Iraans, soms Iraans en Japans tegelijk als Kiarostami en Kurosawa samenkomen in mijn hoofd. Het hangt af van de films waardoor ik op dat moment geïnspireerd ben. En ja, ik ben een Syrische filmmaker, maar in je hoofd kun je alle nationaliteiten hebben.’

In je trilogie worden normale, alledaagse activiteiten gevolgd door demonstraties en aanvallen. Probeer je te laten zien hoe het leven in Syrië echt is?
‘Ik weet niet hoe het nu in Syrië is aangezien ik er niet meer woon, maar ik kan het wel hebben over de 38 jaar dat ik wel in Syrië heb gewoond. Syrië heeft zoveel schoonheid, met daarnaast zoveel lelijkheid. Dat komt door het sociale, politieke systeem, maar ik vind elk systeem repressief op zijn eigen manier. Een systeem in een land als Syrië doodt met wapens, andere systemen doden met hun economie of religie. Met mijn films wil ik laten zien dat, ondanks alle ellende in Syrië, de Syrische mensen precies zijn zoals ieder ander mens op de wereld.’

Wat me opviel aan je trilogie is dat er niet per se een verhaal is. Het gaat meer om ritme en observaties. Waarom kies je voor deze stijl?
‘Ik ben niet van de klassieke manier van verhalen vertellen. Het leven is geen normaal verhaal. Soms begint iets bij het einde. In mijn films zelf zitten natuurlijk wel verhalen, ze zitten er vol mee, maar ik presenteer ze niet als zodanig. Uiteindelijk gaan mijn films over pijn. In elke film zit pijn en tegelijkertijd een schreeuw naar de hele wereld: terwijl jullie oorlog maken, maken wij films.’

Syrian New Waves is te zien in EYE van donderdag 8 tot en met 10 september. Ammar Al-Beik is te gast, samen met andere filmmakers Avo Kaprealian en Sara Fattahi.

Meer over Syrian New Waves