Regisseur Bryan Fogel begon nietsvermoedend aan een documentaire over doping en stuitte op een van de grootste schandalen uit de sportgeschiedenis. Het leverde de fascinerende film Icarus op.

Stel, je bent een Amerikaanse filmmaker en amateurwielrenner, en besluit aan een documentaire te beginnen waarin je de effecten van doping op jezelf onderzoekt. Via via kom je in contact met een hooggeplaatste Russische arts die wel bereid is het experiment te begeleiden. En dan vertelt die arts je halverwege de opnames ineens dat hij betrokken is bij een gigantisch schandaal: het Poetinregime zou op grote schaal doping toedienen aan Russische topsporters. En er zouden al moorden zijn gepleegd om dit geheim in de doofpot te houden. In plaats van een kleinschalige onderzoeksdocumentaire heb je plotseling wereldnieuws in handen.

Dit overkwam Bryan Fogel, wiens documentaire Icarus op 4 augustus in première gaat op Netflix. De grote onthullingen uit de film zijn inmiddels bekend, omdat

Grigory Rodchenkov, de bewuste arts, er in overleg met Fogel ook al mee naar The New York Times stapte. Maar dat maakt Icarus niet minder opzienbarend. Rodchenkov is een fascinerend figuur en zijn onthullingen over de Russische wanpraktijken zijn verbluffend.

In een telefonisch interview geeft Fogel toe dat Icarus qua opzet wel een vreemde documentaire is geworden: ‘Ik zat uiteindelijk met twee totaal verschillende films. Eén over mijn persoonlijke dopingexperiment, en één over de schokkende bekentenissen van een Russische klokkenluider. Het kostte wel wat gepuzzel om daar een coherent geheel van te maken.’

'Wat ik altijd heb gemist in de berichtgeving over doping is de nuance. Dat was voor mij een belangrijk motief om dit onderzoek te starten.'

Bryan Fogel

Heeft u niet overwogen zich tot het verhaal van Rodchenkov te beperken?
‘Dat was niet echt een optie. Ik ontmoette Grigory doordat hij aan mijn project wilde meedoen. In die context voerden we onze gesprekken, raakten we bevriend en klapte hij uiteindelijk uit de school. Als ik die beginfase had weggelaten, was het een incompleet verhaal geworden.’

Wanneer begon u te vermoeden dat Rodchenkov bij duistere zaken betrokken was?
‘Toen ik hem net had leren kennen, verscheen er een Duitse documentaire waarin werd beweerd dat het Russische antidopinglaboratorium, dat door Grigory werd geleid, door en door corrupt was. Die film deed veel stof opwaaien. Natuurlijk heb ik hem daarnaar gevraagd, maar hij hield zich toen op de vlakte. Op dat moment maakte ik als filmmaker de keuze me puur op mijn eigen onderwerp te blijven richten. In mijn verhaal speelde Grigory een bijrol, was hij een soort maffe Russische sidekick; zijn achtergrond was in dat verband niet zo relevant. Maar goed, vervolgens verscheen er een vernietigend rapport over zijn laboratorium, verloor hij zijn baan en mengde Poetin zich in de zaak. Toen werd wel duidelijk dat ik mijn strategie moest veranderen.’

Het blijft onduidelijk wat Rodchenkov drijft – eerst waarom hij meedoet aan uw film, en daarna waarom hij uit de school klapt. Wat zijn uw ideeën daarover?
‘Ik heb me dat natuurlijk ook steeds afgevraagd. Misschien wilde hij gewoon aan de film meedoen, omdat de opzet nogal gewaagd was. Grigory is een beetje een kwajongen, een rebels type, hij houdt van een uitdaging. Ik mocht hem meteen, we hebben vreselijk veel gelachen samen, dat zie je ook in de film. Ik denk dat onze vriendschap een grote rol heeft gespeeld in zijn keuze om te biechten.’

Grigory Rodchenkov (l) controleert de urine van Bryan Fogel

Was dat geen opportunisme, een manier om zijn hachje te redden voordat alles uitkwam?
‘Nee, ik geloof dat hij oprecht last had van zijn geweten. Hij was zelf weliswaar lang onderdeel geweest van een corrupt systeem, maar rond de Olympische Spelen van Sotsji was de fraude zo extreem geworden dat hij er niet meer mee kon leven. Ik sluit niet uit dat hij van meet af aan het plan had om alles te vertellen.’

Even terug naar uw aanvankelijke onderzoek, dat op den duur wordt overschaduwd door het verhaal van Rodchenkov. U hebt dus een hele tijd doping gebruikt. Wat waren uw bevindingen?
‘Allereerst: doping is natuurlijk een heel brede term. Ik heb geen anabole steroïden gebruikt, dus daar kan ik niks over zeggen. Maar wat ik altijd heb gemist in de berichtgeving over doping is de nuance. Dat was voor mij een belangrijk motief om dit onderzoek te starten. Als je de anti-ouderdomsindustrie moet geloven, bieden dit soort middelen de eeuwige jeugd, terwijl ze in de sportwereld bekendstaan als vergif. Persoonlijk heb ik er geen nadelige effecten van ondervonden. Wel herstelde ik sneller, viel ik sneller in slaap en had ik een hoger libido. Ik voelde me in het algemeen gezonder. Daar staat tegenover dat ik er niet merkbaar sneller van ging fietsen.’

Is de hetze tegen doping dan overdreven?
‘Volgens mij is het vergelijkbaar met de drooglegging, of het willen uitbannen van softdrugs. Het is een niet te winnen strijd. Lance Armstrong is uiteindelijk door de mand gevallen, omdat zijn teamgenoten hem verlinkten, maar intussen was hij al vijfhonderd keer clean uit een test gekomen. Dat systeem werkt dus voor geen meter! En het zal ook nooit werken, want de ontwikkeling staat niet stil. Er zullen altijd weer nieuwe stoffen worden uitgevonden die niet te traceren zijn. Ik zeg niet dat ik daar blij mee ben; ik heb er niet zo’n uitgesproken mening over. Wel weet ik dat Lance Armstrong wat mij betreft gewoon zeven keer de Tour de France heeft gewonnen. Dat blijft een fenomenale prestatie, met of zonder doping.’


Icarus is vanaf 4 augustus te zien op Netflix.

Meer over Icarus