In het themaprogramma Based on the Same Story toont Idfa documentaires over een onderwerp waarover ook een fictiefilm is gemaakt. De Britse film maker Kevin Macdonald is vertegenwoordigd met beide.

‘Documentaires laten je zien dat het leven ingewikkelder is dan je dacht. En speelfilms stellen het leven vaak juist simpeler voor. Maar een goede film zou hetzelfde effect kunnen hebben als een documentaire. Je zou uit de bios moeten komen en voelen dat je iets geleerd hebt over het leven wat je nog niet wist, waar je nog niet over nagedacht had. Helaas vertellen te veel films geruststellende verhaaltjes die de complexiteit van het leven juist ontkennen.’

Dat zegt de Britse filmmaker Kevin Macdonald (1968), van wie dit jaar twee films worden vertoond in het themaprogramma Based on the Same Story. Daarvoor werden zeven documentaires geselecteerd over een onderwerp waarover ook een speelfi lm is gemaakt. Zowel de documentaires als de speelfilms worden vertoond.

One Day in September


One day in September

Macdonald is vertegenwoordigd in beide disciplines . Met zijn Oscarwinnende documentaire One Day in September (1999), over de gijzeling van het Israëlische team tijdens de Olympische Spelen in München in 1972; en met de speelfilm The Last King of Scotland (2006), over de naïeve, jonge Schot Nicholas Garrigan, die – ook in de jaren zeventig – lijfarts wordt van de Oegandese dictator Idi Amin. Wanneer ik Macdonald half oktober bel zit hij in zijn studio in Londen. Hij is bezig met de montage van zijn nieuwe speelfilm Black Sea, over de zoektocht naar een gezonken onderzeeër vol goud.

Vorig jaar nog de veelgeprezen documentaire Marley, over reggaezanger Bob Marley, nu weer een speelfilm. Kunt u niet kiezen?
Kevin Macdonald: ‘Ik kan geen van beide opgeven! Documentaires zijn voor mij persoonlijker, omdat ik tijdens het filmen met echte mensen te maken heb, en dat verandert altijd de manier waarop je naar de wereld kijkt. Fictiefilms zijn veel technischer, waarbij je gedwongen wordt na te denken over camerastandpunten, production design en het acteren. Maar ook dat vind ik fijn. Ik ben een nieuwsgierig mens.´

´Ik heb ooit gelezen dat de beroemde Poolse regisseur Krzysztof Kieslowski documentaires opzij zette voor fictie, omdat hij het zo lastig vond dat hij in zijn documentaires veel intieme dingen niet kon laten zien. Hoe een echtpaar seks had, bijvoorbeeld, of als iemand stilletjes zat te huilen. Simpelweg, omdat hij daar met zijn camera niet bij was geweest. Of mocht zijn. Dat snap ik wel. In documentaires ben je vaak gedwongen terug te kijken op belangrijke gebeurtenissen waar je met de camera niet bij was. Maar dat maakt documentaires ook weer zo interessant, omdat je dat intieme moet zien te suggereren.’

Twee films van u worden hier vertoond. One Day in September…
‘…nu wel, ja! Want destijds wilde Idfa de film niet hebben. Te pro-Israël. Al snap ik dat nog steeds niet. De film riep hoe dan ook heftige reacties op. Mensen haatten hem of vonden hem prachtig [de film kreeg in 2000 de Oscar voor beste documentaire]. Een paar jaar na de film werd ik benaderd door producer Barry Mendel, die een film over de gijzeling wilde maken . Of hij gebruik mocht maken van mijn aantekeningen en transcripties van de interviews. Dat mocht, en de film bleek Munich te zijn van Steven Spielberg.’

Wat vindt u van die film?
‘Artistiek niet zijn beste film, maar thematisch zonder meer zijn moedigste, en interessantste. Een team van de Israëlische inlichtingendienst Mossad maakt iedereen af die bij de gijzeling betrokken was. Oog om oog... Maar Spielberg, normaal een voorvechter van de Israëlische zaak, vraagt zich in Munich af of de Israëlische politiek van altijd harder terugslaan dan je geraakt bent wel de juiste is. Het mooie van Munich is dat er geen helden zijn, en dat de film niet duidelijk partij kiest. Wat heel ongewoon is in Hollywood.’

In One Day in September kiest u ook geen partij.
‘Klopt. We hadden afgesproken dat we niet de hele voorgeschiedenis van het Palestijns-Israelische conflict zouden vertellen. Dat historische aspect moest tot een minimum beperkt blijven, want wij wilden alleen naar die ene dag in september kijken. Laten zien wat er toen gebeurde.’

De tweede film van u die op Idfa draait is The Last King of Scotland, uw speelfilmdebuut. Eerste films zijn vaak persoonlijk. Hoe is deze film persoonlijk?
(lacht) ‘Ik houd er niet zo van om mezelf te analyseren , maar vooruit. Ik denk dat ik me wel herkende in de centrale figuur, de jonge Schotse arts die naar Afrika komt, omdat hij daar iets denkt te vinden. Ik ken meer mensen uit Europa die naar Afrika gingen alsof het hun speelplaats was. Dat het een privilege was waar zij, met hun blanke huid, recht op hadden. Ik vond dat interessant om te draaien. Om te kijken wat er gebeurt als de veiligheid van je geboorteplek en de kleur van je huid wegvalt. Als je ergens terecht komt waar je geen enkele controle meer hebt. En ik vond hem een mooi ambigu personage . Niet per se goed of slecht. In het begin komt hij sympathiek over, maar hij doet ook moreel verwerpelijke dingen.’

Grappig genoeg noemt u Idi Amin niet.
‘Amin is natuurlijk een heerlijk personage en wellicht de reden waarom iedereen de film wilde zien, maar niet de reden waarom ik de film wilde maken. Hij is een beetje Mefistofeles in deze film, hè. Onderhoudend en interessant, maar niet echt nieuw.’

Kende u Barbet Schroeders documentaire General Idi Amin Dada, die aan uw film gekoppeld is?
‘Jazeker. Die hoort tot de canon van de documentaires. Ik heb hem ook veel bekeken als research voor mijn film. Vanwege het postkoloniale optimisme, de kleuren, muziek en kostuums. Bovendien lijkt het verhaal van regisseur Schroeder wel wat op dat van onze Schotse dokter. Ook hij kwam naar Afrika om iets te halen.’

De opnamen in Oeganda zullen ook acteur Forest Whitaker [die een Oscar won voor zijn vertolking van Amin] hebben geholpen.
‘Enorm. En dat is ook weer die documentaireachtergrond. Ik ben maanden voor de opnamen al met Forest naar Oeganda gegaan. Hij leerde daar Swahili en nog een paar woorden in verschillende dialecten spreken en bracht veel tijd door met Oegandezen. Forest is nogal een method-acteur en moet zich eerst helemaal onderdompelen in zijn personage. Dat was zo erg dat zijn vrouw tijdens de opnamen niet meer met hem praten wilde praten, omdat ze alleen Amin aan de lijn kreeg. Haha. Hij was toen echt gemeen tegen haar en zijn kinderen. En ik heb begrepen dat het lang heeft geduurd voordat hij weer gewoon aanspreekbaar was.’
 

Last King of Scotland

Van uw collega Werner Herzog draaien in Based on the Same Story de documentaire Little Dieter Needs to Fly en de speelfilm Rescue Dawn. Herzog neemt het in zijn documentaires meestal niet zo nauw met de feiten.
‘Herzog gebruikt fictieve elementen, maar uitsluitend om dichter bij de waarheid te komen, een diepere, volgens hem “extatische waarheid”. Bovendien is wat wij als feiten zien vaak subjectief. En Herzog ziet het op zijn manier.’

Maar in de documentaire Little Dieter schreef hij teksten die de hoofdpersoon moest uitspreken…
‘En daarmee is het een fictiefilm geworden. Met elementen uit de documentaire. Maar ik ben niet fascistisch op dat punt. Dat heeft ook weinig zin. En toch willen ze het op elk documentairefestival waar ik kom altijd daarover hebben. Over De Waarheid. Alsof die bestaat! Documentairemakers zouden het daar ook niet meer over moeten hebben. Het gaat om integriteit. En daarvan heeft Herzog meer dan genoeg.’